Stand van de stad: politiek aan het woord
Met de fractievoorzitters van 7 grote Haagse partijen maakte Platform STAD halverwege de collegetermijn de balans op. Is het coalitieakkoord ingehaald door de actualiteit van de coronacrisis en afnemende investeringskracht van de gemeente? Deze zet in elk geval de keuzes die zij moeten maken op scherp.
Fractievoorzitters Arjen Kapteijns (GroenLinks), Mikal Tseggai (PvdA), Dennis Groenewold (D66), Frans de Graaf (VVD), Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/ Hart voor Den Haag), Joris Wijsmuller (Haagse Stads Partij) en Kavish Partiman (CDA) gaven op 12 juni hun visie op de stedelijke uitdagingen van Den Haag. Publiek kon vooraf vragen inbrengen en het debat via een livestream volgen.
Ruimte die werkt
De openbare ruimte is de drager van de leefkwaliteit. De afgelopen maanden heeft iedereen dat nadrukkelijk kunnen ervaren. De druk op de openbare ruimte neemt verder toe door de verdichting. Niet alleen maken meer mensen gebruik van de publieke ruimte en komen er meer auto’s, ook de gezondheid van inwoners, ontmoeting tussen mensen en de klimaatopgave spelen een belangrijke rol, zegt Nanda Sluismans (landschapsontwerper) in haar inleiding op dit thema.
Geen van de politici is tegen auto’s of fietsers. Allen menen tegelijkertijd dat groen belangrijk is voor een aantrekkelijke stad. Maar de prioriteiten verschillen sterk. Zo wil Arjen Dubbelaar (Groep de Mos/ Hart voor Den Haag) niet dat wegen voor auto’s versmald worden ten gunste van groen. Terwijl Joris Wijsmuller (HSP) vindt dat als je wijk voor wijk de inrichting afstemt op wandelen, fietsen en spelende kinderen, de mensen dat ook gaan doen. Kavish Partiman (CDA) meent dat het openbaar vervoer nog niet een goed alternatief voor de auto is. Vanuit bijvoorbeeld Wateringseveld of Zuidwest duurt de reis naar het centrum met de tram te lang. Alle partijen menen dat er in het OV geïnvesteerd moet worden. In de tussentijd is de elektrische fiets volgens Dennis Groenewold (D66) een prima alternatief voor deze afstand. In het panel was er draagvlak voor een fietsroute over de Gedempte Gracht.
Bekijk hier het volledige debat over groen en bereikbaarheid:
Evenwichtige stad
‘De segregatie in Den Haag is sterker dan ik had verwacht’, zegt de nieuwe bestuursvoorzitter van Haag Wonen Mohamed Baba in zijn inleiding. Den Haag is een stad van wereldjes met elk hun eigen karakter. Maar achter die charme schuilt ook een andere werkelijkheid, namelijk een sterk gedeelde stad. Deze wordt versterkt door de groei van de stad. De coronacrisis versterkt de tweedeling nog extra, de gevolgen treffen de kwetsbare wijken en bewoners het hardst. Baba wil daarom naast woningen ook vitale coalties van organisaties bouwen die de leefbaarheid verbeteren.
De aanpak van het tegengaan van ruimtelijke tweedeling in Den Haag verschilt sterk. Volgens Frans de Graaf (VVD) lost het tegengaan van fysieke segregatie de sociale segregatie nog niet op. Daarbij is ook onderwijs belangrijk. Mikal Tseggai (PvdA) is juist vooral voorstander van mengen van sociale woningbouw en koopwoningen. Dennis Groenewold (D66) en Arjen Kapteijns (GroenLinks) menen dat op alle fronten stappen gezet moeten worden. Ook ruimtelijke barrières opheffen en doorstroming op de woningmarkt bevorderen hoort daarbij. ‘Als je niets doet wordt de segregatie erger’.
De manier waarop Den Haag groeit is ook gerelateerd aan de ruimtelijke tweedeling. De Graaf meent dat als de groei niet meer kan bijdragen aan de kwaliteit van de stad, de grens van de bevolkingsgroei is bereikt. Groenewold (D66) daarentegen constateert dat een groot deel van de problemen met woningsplitsing en verkamering in bijvoorbeeld Transvaal en Laak zijn verergerd omdat de bouw van woningen tijdens de vorige economische crisis stil viel, maar er wel extra mensen naar de stad trokken.
Bekijk hier het volledige debat over wonen en verbinden:
Economisch gezond
De coronamaatregelen komen vooral in de kwetsbare wijken hard aan. De economische potentie van praktisch opgeleiden wordt echter nog te weinig benut. Inzetten op wijkeconomie kan daarom een goed middel zijn om mensen aan werk in hun buurt te helpen en tegelijkertijd wijken en voorzieningen vitaal te houden. Daarvoor zijn betere ruimtelijke verbindingen binnen de stad essentieel. Is het profiel van het Central Innovation District (CID) voldoende om de economische inhaalslag te maken die Den Haag nodig heeft, vraagt Kaushilya Buddhu Lall (Economic Board Den Haag) zich af in haar inleiding.
Tseggai (PvdA) twijfelt of er wel voldoende werk voor praktisch opgeleiden komt in het CID. Arjen Kapteijns (GroenLinks) constateert dat juist deze groep het lastiger vindt verder te reizen naar het werk. Toegankelijkheid is daarom belangrijk. Een brug over de Trekvliet en openbaar vervoer naar de Binckhorst brengt werk voor hen dichterbij.
Een bedrijventerreinen strategie is volgens Dubbelaar (Groep de Mos/ Hart voor Den Haag) nodig omdat de economie verandert. Autodealers zijn bijvoorbeeld naar Leidscheveen verhuisd en laten incourante panden in Kerketuinen (ZKD) achter. Wonen op peen bedrijventerrein is lastig, want dan mag je er al geen koekjes meer bakken. Andersom kan er volgens Kapteijns (GroenLinks) wel meer bedrijfsruimte in de woonomgeving gerealiseerd worden. Kijk bijvoorbeeld naar sociale verhuur van bedrijfsruimten.
Bekijk hier het volledige debat over werken in wijken:
Bouwen aan de stad
Ambitieuze gebiedsontwikkelingen rond de stations moeten een groot deel van de sterke bevolkingsgroei opvangen. Maar de onzekerheid is nu groot. Welk effect heeft economische tegenwind op de woningmarkt? Bovendien is de Binckhorst een pilot voor de nog in te voeren omgevingswet. De onzekerheid die daarbij hoort maakt het lastig besluiten te nemen in het vergunning traject, signaleert Wouter Loomans (Local) in zijn inleiding. Er wordt veel gedacht in oude patronen van de gemeente die de regels stelt en projectontwikkelaars die alleen maar snel willen verdienen. Terwijl deze juist goede plekken en voorzieningen voor de stad willen maken. Door op een creatieve manier samen in oplossingen te denken is er veel meer mogelijk, zoals sociale woningbouw in hoogbouw of een school geïntegreerd in een woningbouwproject. Dat betekent volgens Loomans dat je integraal samen moet werken en ook samen beslissingen moet nemen. Dat gebeurt nu niet. Om dat gesprek goed te kunnen voeren is visie onontbeerlijk.
‘Met de Agenda Ruimte voor de Stad zette Den Haag eerder sterk in op het betrekken van de stad bij de ontwikkeling. De filosofie was om aan de voorkant veel te overleggen en daarna meters te maken,’ zegt Wijsmuller (HSP). Die samenwerking is onvoldoende vastgehouden op niveau van gebieden en projecten. Volgens De Graaf (VVD) is dat deels ook onvermijdelijk omdat er zoveel meningen en belangen zijn. De gemeenteraad zelf is er naar zijn idee echter zelf ook schuldig aan omdat ze liever over projecten praat dan over visies. Partiman (CDA) meent dat inspraaktrajecten niet meer in handen van ontwikkelaars gegeven moeten worden. Dan voelen mensen zich soms niet gehoord en gaan zij alsnog naar de raad. De gemeente moet meer verantwoordelijkheid nemen.
Bekijk hier het volledige debat over het samenspel tussen ontwikkelaars, gemeente en bewoners: