Slimme ruimtelijke keuzes houden Den Haag bereikbaar

Dat auto’s op het Binnenhof mochten parkeren is nog maar een paar decennia geleden. Nu lijkt dat ondenkbaar. ‘Om Den Haag in de toekomst bereikbaar te houden, moeten we nu ook weer fundamenteel anders denken,’ stelt Gemma Smid. ‘Door de groei van de stad spreken we niet meer over een paar specifieke knelpunten. Bij ongewijzigd beleid loopt het verkeer straks overal hopeloos vast.’

In de aanloop naar het STADgesprek Ruimte voor Mobiliteit sprak Platform STAD met Gemma Smid-Marsman (directeur bij de Provincie Zuid-Holland) over de mobiliteitstransitie in Den Haag.  

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor het verkeer in Den Haag?

Het verkeer moet in beweging kunnen blijven bij een groeiend aantal inwoners.

Daarvoor is het van het grootste belang dat de verdeling van de mensen over de verschillende vormen van vervoer gaat veranderen. Meer mensen moeten meer gebruik maken van het openbaar vervoer (OV), maar nadrukkelijk ook meer fietsen en lopen, in plaats van de auto pakken. En een combinatie van deze modaliteiten. Daar moet wat mij betreft de prioriteit van Den Haag liggen. Want investeren in de weg biedt even soelaas, al snel loopt het verkeer weer vast.

Er moet worden gedacht vanuit de combinatie van verschillende vormen van vervoer tijdens dezelfde reis. Dat vergt een integrale manier van ontwerpen. En een gedragsverandering. Misschien moet men vanuit Den Haag Zuidwest eerst 10 minuten richting Westland fietsen en dan met een snelle OV verbinding naar het centrum reizen.

Waarin moet Den Haag investeren?

Bereikbaarheid vergt investeringen in zowel het grote schaalniveau van de regio, als op het kleinste schaalniveau van het gedrag van individuen. Kan de fiets geparkeerd worden bij de tramhalte? Kan de drukke weg makkelijk worden overgestoken? Aan de andere kant moet de regio een schaalsprong in het OV maken. Een snel regionaal netwerk met een hoge frequentie is belangrijk voor de economie. Het huidige fijnmazige net met een halte op maximaal 5 minuten lopen van huis voldoet niet meer.

Door de Randstadrail is Den Haag goed verbonden met Rotterdam en Zoetermeer. Er wordt ingezet op de economische as tussen de Binckhorst en Scheveningen. Maar deze as zal verbonden moeten worden met de as tussen Mariahoeve, Zuidwest en het Westland. Want de mensen die in dat gebied wonen moeten makkelijk naar hun werk kunnen. De verbinding met Westland en Hoek van Holland kan zeker nog beter. Dat hoeft niet altijd met een metro, wellicht is een HOV-bus ook een optie.

Den Haag werkt binnen de regio met andere gemeenten en de provincie aan de vernieuwing van het OV. Den Haag moet haar regionale blik wel vasthouden. Ook als dat betekent dat Den Haag moet investeren in andere steden in de regio. Want wat goed is voor de regio, is goed voor Den Haag.

Hoe kan het grote aan het kleine schaalniveau worden gekoppeld?

Het gaat niet over vervoer alleen. Bij de ontwikkeling van woningen moet vanaf stap 1 worden nagedacht over bereikbaarheid. Dus niet alleen nadenken over parkeernormen maar ook over goede fietsenstallingen, prettige looproutes (groen en veilig) en goed OV. De inrichting van de stad moet aansluiten op de verschillende manieren van vervoer. De uitnodigende inrichting van de Tramtunnel van OMA betekent bijvoorbeeld veel voor de de binnenstad. Er wordt veel meer gelopen en gefietst.

Daarnaast moet er nagedacht worden over transferia aan de rand van de stad. Misschien hoeven niet alle 2e auto’s voor de deur te staan. En veel goederen kunnen van de vrachtwagen worden verdeeld over kleinschaliger bezorgdiensten.

Platform STAD gaat donderdag 6 september verder in gesprek over de mobiliteitstransitie in Den Haag met Gemma Smid-MarsmanRobert van Asten (wethouder Mobiliteit Gemeente Den Haag), Filip Watteeuw (wethouder Mobiliteit Gent), Marcel Meijer (Programmamanager Verkeer en Vervoer Gemeente Groningen), Chris Verweijen (Consultant Strategie en Mobiliteit Movares). Meer informatie en aanmelden STADgesprek Ruimte voor Mobiliteit.