Ontmoetingsmotor Jan Luykenlaan Moerwijk: Ontmoetingen in portiekflat wijk
De Jan Luykenlaan en de Van Baerlestraat zijn berucht in Moerwijk. Bewoners en ondernemers van de winkelstraten klagen over een onveilig gevoel, criminaliteit en verloedering. De buitenruimte in de Jan Luykenlaan en de Van Baerlestraat wordt daarom heringericht. Het plan dat met betrokkenheid van de buurt wordt gemaakt is onderdeel van een bredere aanpak met renovatie van de portiekflats, handhaving en een sociaal programma. Barend Jansen (Beleidsmedewerker ruimte Provincie Zuid-Holland met specialisatie omgevingspsychologie woon-leefomgeving) Eline Keus (Stedenbouwkundige en landschapsontwerper Pouderoyen Compagnons en Oase) en Viktor Kroes (architect Queeste architecten) bogen zich over de vraag hoe in deze multiculturele wijk de winkelstraten optimaal kunnen functioneren als ontmoetingsplek.
In de functionele opzet van de wijk is te veel ongedefinieerde ruimte die mogelijkheden tot ontmoeting uitsluit. Functies als speeltuinen liggen verspreid over de buurt waardoor ook de mensen verspreid worden, stelt het team in haar analyse. Er is wel veel groen, maar dit is weinig bruikbaar. Wegen zijn barrières en binnentuinen zijn afgesloten met hekken. Kan de wijk worden omgevormd naar een groen park met tuintjes, paden en bankjes waar de woningen in staan? Met het Jan Luykenplein als centrale plek? In het ontwerp voorstel worden grenzen en wegen verlegd. Woningen worden meer op het groen en op elkaar betrokken. Door een asymmetrische herinrichting van de straat kan een groot deel heel bruikbaar worden ingericht als speeltuin en terras. Zo ontstaat een centrale plek bij de winkels waar mensen elkaar vanzelfsprekend tegenkomen.
ruimtelijke voorwaarden voor ontmoeting
Bovendien ontwikkelde het team een interessante strategie om betere ruimtelijke voorwaarden voor ontmoeting te creëren. De overmaat aan ongedefinieerde ruimten tussen de open bouwblokken in de wederopbouwbuurt wordt ingevuld. De ruimte op de binnenterreinen kan door bewoners worden toegeëigend door gebruik als privé tuin, als buurt moestuin of juist als onderdeel van een openbare ‘struinstructuur’. De hoeken tussen de open bouwblokken kunnen met nieuwe woningen worden afgesloten, parterres en kelders uitgebouwd en bouwblokken opgetopt met nieuwe woningen. De hogere dichtheid en grotere variatie in woningtypes die dan ontstaat, sluit aan bij de principes van Jane Jacob’s over goed functionerende steden waarin mensen elkaar makkelijk kunnen ontmoeten. Dit alles vergt echter wel een ander soort betrokkenheid van zowel corporaties als bewoners.