Maak van de openbare ruimte een ontmoetingsmotor
De inrichting van de openbare ruimte in de binnenstad van Den Haag nodigt maar beperkt uit tot spontane ontmoetingen of verschillende vormen van gebruik. Juist nu de druk op de openbare ruimte in Den Haag toeneemt door het groeiend aantal inwoners en de stad aansluiting zoekt bij de kenniseconomie, zal deze geschikt moeten zijn voor de sociale functie van ontmoeten. Platform STAD agendeert het belang van een goed ingerichte openbare ruimte en het actief aanjagen en faciliteren van ontmoeting. Hoe kunnen inrichting en programmering van de publieke ruimte een ontmoetingsmotor maken?
“If you design for cars, you get cars. If you design for people, you get public space”, zegt de Deense ontwerper Jan Gehl. Het klinkt eenvoudig, maar als motor voor ontmoeting, vraagt de inrichting van de openbare ruimte voortdurend aandacht: er zijn in Den Haag maar weinig plekken waar verschillende bevolkingsgroepen (variërend in leeftijd, etniciteit, opleidingsniveau etc) elkaar toevallig tegenkomen en met elkaar kennismaken. Het simpelweg hebben van ruimte is niet voldoende.
In samenwerking met het ministerie van IenM, Pulchri en STROOM organiseert Platform STAD een reeks samenhangende activiteiten onder de noemer ‘Openbare ruimte als ontmoetingsmotor’. Hoe kan de openbare ruimte van morgen meer een plek van ontmoeten zijn? Welke interventies zijn mogelijk om het samenleven in stad en land te ondersteunen?
Van parkeerkuil naar verblijfsplek
Den Haag staat bekend om de kwaliteit van de openbare ruimte. De nota De Kern Gezond zette in 1989 de integrale herontwikkeling van de openbare ruimte in de binnenstad in gang. Wonen en kleinschalig werken waren namelijk grotendeels verdwenen en auto’s domineerden het straatbeeld. Het centrum moest weer een prettige plek worden voor ondernemers, inwoners en bezoekers. Met een vanzelfsprekende relatie tussen winkelen, recreëren, wonen en werken. Op de pleinen maakten auto’s plaats voor terrassen en het doorgaande verkeer verdween. De binnenstad werd een autovrije verblijfsplek met veel ruimte voor voetgangers. Kwaliteit stond voorop.
De ontwerpen gingen uit van eenheid, eenvoud, verbinding, chique bestrating en straatmeubilair. Schreeuwerige reclame-uitingen pasten hier niet in. Er was aandacht voor behoud en versterking van waardevolle elementen uit het verleden. Ook kunst en cultuur hoorden in deze integrale visie thuis. Zo werd het historische uiterlijk van het Lange en Korte Voorhout hersteld.
De visie uit De Kern Gezond leeft nog steeds onder bestuurders en ontwerpers van de openbare ruimte in Den Haag. Het centrum ziet er inmiddels een stuk aantrekkelijker uit dan pakweg dertig jaar geleden. Continuïteit in beleid, consequente ontwerpfilosofie en het uniforme materiaalgebruik hebben hieraan bijgedragen.
Beperkte ruimte voor spontaan gebruik
De openbare ruimte zal echter aangepast moeten worden aan nieuwe vormen van gebruik die aansluiten bij de ontwikkeling van de kenniseconomie en klimaatverandering. Met uitzondering van de grotere groengebieden zoals de Koekamp en het behoud van bomen was er in De Kern Gezond beperkt aandacht voor groen in het centrum. De vele verharding maakt dat de omgeving een wat kille uitstraling heeft. Levendigheid op de pleinen komt daarnaast vooral voor rekening van commerciële terrassen. Een groot deel van de grond is in eigendom of beheer van bedrijven. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig plekken met bankjes waar je even kunt zitten zonder een drankje te bestellen of een eigen broodje kunt eten.
Socioloog Saskia Sassen koppelt het fysieke eigendom van de stad aan het democratisch eigendom. Eigenaren kunnen regels stellen. Privatisering beperkt zeggenschap over het dagelijks gebruik door mensen en gaat volgens Sassen ten koste van stedelijkheid en diversiteit. Nu Den Haag zich meer richt op de kenniseconomie, neemt het belang van ontmoeting en diversiteit echter toe. Innovatie wordt immers gestimuleerd door uitwisseling van kennis en ideeën. Ook de toenemende groep alleenstaanden, flexwerkers en toeristen hebben behoefte aan meer en verschillende ontmoetingsplekken. Zo ontstaat een grotere druk op de openbare ruimte.
Spontane ontmoetingen tussen mensen met een uiteenlopende sociale achtergrond vinden vooral plaats in de openbare ruimte. Face to face contact heeft een heel andere toegevoegde waarde dan digitaal contact. In de inrichting van de openbare ruimte van de binnenstad zou veel meer aandacht moeten zijn voor het faciliteren van ontmoeting.
Maak van de openbare ruimte een ontmoetingsmotor
Stedelingen hebben een raamwerk nodig waarbinnen ze hun stad op verschillende manieren kunnen gebruiken. Plekken waar men niet alleen in de auto of met hoofdtelefoon op langs komt. Pas met een goed doordacht ontwerp, voldoende onderhoud en actieve programmering, ontstaan prettige waardevolle plekken met betekenis voor de samenleving. Volgens Platform STAD hoort iedereen thuis in het stadscentrum. Deze centrale plek in de meest gesegregeerde stad van Nederland zou nog veel meer alle kanten van de samenleving kunnen representeren en verbinden.
Om meer nieuwe ideeën en inzichten voor ontmoeting in de openbare ruimte te genereren, organiseert Platform STAD een ontwerpmanifestatie en STAD gesprek. En Platform STAD roept op tot de realisatie van ideeën en interventies die ontmoeting in de openbare ruimte stimuleren, zodat de openbare ruimte in Den Haag echt functioneert als ontmoetingsmotor.
Foto grote markt: Gemeente Den Haag/Piet Gispen