Mobiliteit: zo blijft Den Haag bereikbaar

Den Haag moet ondanks de snelle bevolkingsgroei bereikbaar blijven. Nadenken over systeem- en cultuurveranderingen is noodzakelijk op zowel het grote schaalniveau van de regio, als op het kleinere schaalniveau van de stad en buurt. 

Uit het STAD gesprek Ruimte voor Mobiliteit kwamen 6 adviezen en aanbevelingen naar voren. Aanbevelingen die op lange termijn de bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van Den Haag ten goede komen, ook al zullen de keuzes soms weerstand oproepen op de korte termijn. Durft Den Haag het aan?  

1. Bouw een sterk netwerk – verbeter de aansluiting van snel en langzaam verkeer

Een robuust mobiliteitsnetwerk vraagt niet om een keuze voor of openbaar vervoer (OV), of auto, of fiets. In plaats van te kiezen voor een specifieke vorm, gaat het juist om de symbiose tussen snelle en langzame manieren van vervoer, zegt Chris Verweijen, adviseur Strategie bij Movares. Elke vervoerswijze heeft zijn kracht en die moet je maximaal benutten.

Forenzen kijken vooral naar snelheid bij het maken van keuzes in mobiliteit. Naar Frans voorbeeld zou Den Haag zich meer moeten richten op mobiliteit van deur tot deur. Daar sluiten deelfietsen en deelauto’s – verzorgd door het OV bedrijf – aan op snelle, frequente OV verbindingen. Op die manier wordt het OV in tijd steeds sneller en aantrekkelijker en zullen meer reizigers hiervoor kiezen.

De stadsbus of tram met elke 500 meter een halte is ook in de ogen van Robert van Asten (wethouder mobiliteit gemeente Den Haag) en Gemma Smid-Marsman (directeur provincie Zuid-Holland) niet de juiste oplossing voor de groeiende verkeersstromen.

Door bijvoorbeeld de bussen van Goeree naar Rotterdam Zuidplein minder vaak te laten stoppen en sneller te laten rijden, ging het aantal reizigers met maar liefst 20% omhoog. Dit waren vooral mensen die eerder met de auto naar hun werk in Rotterdam reisden.

Opvoeren van de snelheid van het OV gaat echter ten koste van de toegankelijkheid. Niet iedereen is voldoende goed ter been om naar een halte te lopen of fietsen. De oplossing ziet Robert van Asten in een fijnmazig systeem op afroep, waarbij bijvoorbeeld ouderen naar de OV halte worden gebracht.

2. Plan hoogwaardig OV in combinatie met stedelijke verdichting

Kijk bij het plannen van stedelijke verdichting direct naar het OV netwerk, is een  advies dat Chris Verweijen en Gemma Smid-Marsman Den Haag meegeven. Wees precies en investeer alleen in hoogwaardig OV op die plaatsen waar ook daadwerkelijk wordt verdicht.. Op de Binckhorst is een snelle en goede (metro)verbinding bijvoorbeeld een must om dit gebied en het centrum bereikbaar te houden. Of in het begin met een snelle bus verbinding. Bij beter OV kan bovendien de parkeernorm naar beneden. Dat maakt de bouw van woningen een stuk rendabeler.

De experts zetten echter vraagtekens bij de hoeveelheid reizigers op de door het college gewenste metroverbinding naar Scheveningen. Vooral op het traject voorbij Madurodam lijkt er niet voldoende dichtheid om een metro rendabel te maken. Er is in dit gebied immers een stop op nieuwe ontwikkelingen.

Aan de andere kant van dit spectrum bevindt zich Den Haag Zuidwest. Daar wordt juist verdichting voorgesteld, maar is er weinig aandacht voor verbetering van het OV. Zou het niet interessanter zijn, om in de as parallel aan de kust (de “Leyenburglijn”) te investeren, vraagt Smid-Marsman zich af. In Den Haag Zuidwest is de werkloosheid hoog en kan een hoogwaardige OV verbinding mensen letterlijk en figuurlijk beter verbinden met arbeidsplaatsen op de economische as van Den Haag aan de ene kant en in het Westland aan de andere kant.

3. Maak gebruik van OV aantrekkelijker met goede openbare ruimte rondom haltes

Snelle bus, tram en metro verbindingen vragen grote investeringen. Daarom moet je voldoende reizigers kunnen trekken naar deze lijnen. Dit kun je bereiken met de aanleg van aantrekkelijker en veiliger routes van en naar de haltes. Zorg bijvoorbeeld voor goede verlichting langs wandelpaden, duidelijke bewegwijzering richting de haltes en voldoende ruimte voor stalling van fietsen en parkeren van deelauto’s.

4. Kies wat voor stad je wilt zijn en houd die visie vast

Wat voor invloed heeft de keuze voor de manier van verplaatsen op het karakter en de sfeer van de openbare ruimte in de binnenstad? Groningen heeft in de afgelopen decennia een cultuuromslag gemaakt in hoe bewoners zich verplaatsen. Groningen is een echte fietsstad geworden waarbinnen 60% van de verplaatsingen met de fiets plaatsvindt. Per straat of gebied wordt altijd duidelijk prioriteit gegeven aan één type vervoer. In het hart van de binnenstad mag bijvoorbeeld niet gefietst worden. In de ring daaromheen krijgt de fiets juist ruim baan. De infrastructuur is daarop aangepast en gebruikers weten waar ze aan toe zijn.

De verandering ging natuurlijk niet van de ene op de andere dag, vertelt Marcel Meijer, programmamanager Verkeer en Vervoer van de Gemeente Groningen. Het beleid is jaren geleden gestart en over meerdere colleges en wethouders vastgehouden. Dat geeft rust in de organisatie en duidelijkheid voor bewoners en ondernemers.

In Gent werden in de jaren 80 alle vormen van verkeer toegestaan in het centrum. Dit leidde tot chaos, opstoppingen en ongelukken.

Keuzes en heldere uitspraken, ook over de positie van de auto, zijn essentieel, meent Filip Watteeuw, wethouder mobiliteit in Gent. Inmiddels heeft Gent het grootste autoluwe centrum van Europa.

De stad werd verdeeld in zes sectoren, bereikbaar via de ringweg. Dit zorgde voor minder verkeersstromen en auto’s in de binnenstad en meer plaats voor fietser en voetganger. Er bovenal ontstond een aantrekkelijke openbare ruimte.

5. Blijf in gesprek – ook bij weerstand

Veranderen  van de mobiliteitscultuur in een stad is een project van de lange adem. Juist in het centrum stuiten nieuwe verkeersmaatregelen vaak op veel weerstand omdat ze de directe omgeving van bewoners en ondernemers raken.  Ook in Groningen en Gent is er de onvermijdelijke weerstand. In Gent gingen protesten zelfs gepaard met bedreigingen aan het adres van de wethouder. Toch heeft men het gesprek met voor en tegenstanders gaande gehouden. Juist het voortdurend communiceren van overwegingen en keuzes in het beleid met bewoners, ondernemers en instellingen is essentieel voor het slagen van mobiliteitsprojecten. Het houdt iedereen betrokken en zal ondanks de soms scherpe toon bijdragen aan begrip voor maatregelen. Individueel belang versus algemeen belang afwegen, is de taak van de overheid. Die moet de verantwoordelijkheid nemen.

6. Durf te experimenteren

Zowel in Groningen als Gent hecht men veel waarde aan ruimte voor experiment in het mobiliteitsbeleid. Experimenten zorgen ervoor dat mensen zien en ondervinden wat nieuw beleid kan betekenen. Mensen zijn eerder geneigd akkoord te gaan met een experiment, dan met een verandering “voor de eeuwigheid”. Aan de andere kant werkt goed uitgedacht beleid soms gewoon niet in de praktijk. Ook dit moet je erkennen en bijsturen. Experiment leidt vaak tot uitstekende nieuwe oplossingen.

Platform STAD ging op 6 september in gesprek over de bereikbaarheid van Den Haag met Filip Watteeuw (wethouder Mobiliteit Gent), Marcel Meijer (programmamanager Verkeer en Vervoer Gemeente Groningen),  Robert van Asten (wethouder Mobiliteit Gemeente Den Haag), Chris Verweijen (consultant Strategie en Mobiliteit Movares) en Gemma Smid-Marsman (directeur Provincie Zuid-Holland).