Experimenteer! Transities bieden kansen

HOP-jurylid Annemieke Fontein (Hoofd Landschapsarchitectuur gemeente Rotterdam) ziet twee grote systeemvraagstukken voor de toekomst van de openbare ruimte: de energietransitie en de mobiliteitstransitie. Deze hebben volgens haar enorme impact op de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. De uitdaging: ‘we weten nog niet hoe we met die veranderingen om moeten gaan, maar we moeten er wel alvast op inspelen’.

Uitdaging voor de ontwerper

Den Haag heeft veel goede landschapsarchitecten in dienst die regie voeren en veel zelf ontwerpen. Maar de eisen die gesteld worden aan de openbare ruimte worden complexer. Ontwerpers moeten voor elke plek de sense of place aanvoelen en daAnnemieke Fonteinar specifieke ontwerpoplossingen voor zoeken. Tegelijkertijd moeten zij inspelen op de grote vraagstukken die het project overstijgen, zoals de energietransitie en mobiliteitstransitie. Ontwikkelingen met grote gevolgen voor het hele stedelijke systeem. Maar vaak weet men nog helemaal niet hoe deze veranderingen uitpakken in de openbare ruimte. Daarom moet je vooral experimenteren in de openbare ruimte. Door tijdelijke ingrepen kom je veel dingen te weten, je wordt er wijzer van. Mijn pleidooi is daarom: pak je kans en experimenteer!

De energietransitie en de openbare ruimte

We hebben nog heel weinig grip op de gevolgen van de energietransitie voor de openbare ruimte in steden. De veranderingen zouden dramatisch kunnen uitpakken voor de openbare ruimte. We willen overstappen naar alternatieve en duurzame energiebronnen. Maar welk type energie gaat het worden? In ieder geval zal die overstap grote ondergrondse en ook bovengrondse veranderingen met zich meebrengen. Voor energiebronnen zoals een warmtenet of geothermie moet een heel andere ondergrondse infrastructuur worden aangelegd en er moeten ook grote werkstations komen. Dit heeft zeker zijn weerslag op de ruimte boven de grond. Tegelijkertijd is het altijd een kans als de straten opengaan. De ruimte wordt weer opnieuw ingericht.

Hoe snel gaat de mobiliteitstransitie?

Het doel van de mobiliteitstransitie is wel duidelijk. We stappen over op alternatieve vormen van vervoer. De auto’s verdwijnen langzamerhand uit de centra van steden en maken plaats voor het openbaar vervoer, de fietsers en de voetgangers. Deze transitie betekent heel veel voor het gebruik van de openbare ruimte in steden en biedt veel kansen. Toch blijft dit vraagstuk ingewikkeld, want we weten niet hoe snel het zal gaan. Vaak gaan zulke ontwikkelingen geleidelijk, want je moet de mensen natuurlijk meekrijgen, je moet begrip kweken en draagvlak creëren. Zoiets duurt meestal jaren. Dan komen er langzaam aan minder parkeerplaatsen en meer opstelplaatsen voor fietsen en deelauto’s. Maar soms kan zo’n ontwikkeling ook in een stroomversnelling raken, als het politiek meezit of door plotselinge urgente opgaven. In Rotterdam, dat in de wederopbouwperiode is gebouwd als autovriendelijke stad, is de herstructurering van de Coolsingel een uitstekend voorbeeld van de mobiliteitstransitie. De Coolsingel wordt nu een echte boulevard voor voetgangers en fietsers. De auto krijgt er veel minder ruimte.

Den Haag: mooi, keurig, maar ook statisch

Ik vraag me af in hoeverre Den Haag openstaat voor experimenten met veranderingen in energiesystemen en mobiliteit. In Rotterdam zie ik in gebieden die heel dicht tegen de binnenstad aanliggen, veel nieuwe kleine bedrijvigheid, startups en pop-ups. Dat ligt natuurlijk ook aan de vrijgekomen havengebieden zoals Katendrecht en Maashaven. In Den Haag is dat voor mij niet zo zichtbaar. Vanuit mijn werkplek in Rotterdam gezien heeft Den Haag het imago van aangename, mooie en nette stad waar heel veel al is vastgelegd. Het centrum van de stad lijkt heel exclusief en chique en er wordt vooral geshopt. Maar voor een gevoel van stedelijkheid heb je een optimale menging aan verschillende functies en mensen nodig. In dat kader vraag ik me ook af hoe inclusief de binnenstad van Den Haag eigenlijk is? Ik zou de stad om die reden meer experimenteerruimte gunnen, zeker in tijden van transities.

Annemieke is juryvoorzitter van de Haagse Openbare ruimte Prijs (HOP)

Beeld boven: uit STADverkenning Mobiliteit, niet minder maar anders. De Zevensprong werd een groene ovonde in plaats van onoverzichtelijk verkeersknooppunt. Beeldbewerking, Léon Emmen (SMARTLAND Landschapsarchitectuur)