Optimistisch, maar niet naïef – Toekomstbeelden voor leven in Den Haag

Er komt veel op ons af. Grote transities zullen ingrijpende gevolgen hebben voor stad en land. Dat zorgt voor breed ongemak in de samenleving. ‘Maar’, zo sprak rijksbouwmeester Floris Alkemade, ‘we kunnen niet alleen denken in doemscenario’s, we hebben ook een positief toekomstbeeld nodig’. Daarmee was de toon gezet voor het STADgesprek ‘Toekomstbeelden voor leven in Den Haag‘ op 22 januari in de Centrale Bibliotheek.

Alkemade voegde de daad gelijk bij het woord door samen met rijksadviseur Daan Zandbelt het Panorama Nederland te presenteren. Het is een optimistische en vooral integrale visie op Nederland, uitgaand van vier kernopgaven: de doelen van Parijs halen, een miljoen woningen bouwen, de transitie van het platteland vormgeven en de wateropgave beantwoorden. Het Panorama is behalve een publicatie ook een fysieke voorstelling van het Nederland van de toekomst, die de komende tijd door het land trekt. Een verbeelding van een land dat nog altijd herkenbaar blijft voor de Nederlander, maar waarbij de achterliggende principes van wonen, werken en bewegen worden omgebogen richting een duurzame, gezonde en gedeelde toekomst.

‘Verandering is vaak bedreigend,’ zei Alkemade. ‘Maar verandering die je kunt verbeelden, kan een verhaallijn omdraaien. Laat dus zien welke winst je kunt behalen. Optimisme kan een motor zijn voor verandering, kijk bijvoorbeeld naar de wederopbouwperiode. De vraag die we onszelf daarom hebben gesteld is: kunnen we met het Panorama een verlangen naar verandering oproepen?’ Bovendien is beweging volgens Alkemade eigen aan de Nederlandse cultuur, we zijn altijd een land geweest zonder vaste vorm. ‘Dat is evolutie, je aanpassen aan veranderende omstandigheden. Maar we willen wel optimistisch zijn zonder naïef te zijn. Er zit dan ook bijzonder weinig naïviteit in ons Panorama, onze uitspraken zijn goed onderbouwd.’

fragment van panorama nederland - door college van rijksadviseurs

Maatschappelijke meerwaarde

In het Panorama zoekt het College van Rijksadviseurs vooral naar het slim combineren van doelstellingen. Koppel de wateropgave bijvoorbeeld expliciet aan ruimtelijke kwaliteit, verbindt de woningbouwopgave aan mobiliteitsdoelstellingen, of link de energietransitie veel nadrukkelijker aan de woningvoorraad (of aan andere ‘leuke dingen’) zodat je voorbij de abstractie komt. De combinatie van verschillende grote transities vereist dat we altijd op zoek gaan naar het realiseren van meervoudige doelstellingen wanneer we ingrijpen in de ruimte, zo betoogden de rijksadviseurs.

Met de onstuimige groei die Den Haag doormaakt, is met name het perspectief van Alkemade en Zandbelt op de toekomst van de stad hier relevant. Daan Zandbelt noemde Den Haag de enige gridstad van Nederland, waar functies netjes zijn gescheiden. Onder het motto ‘Meer tijd voor elkaar’ wordt in het Panorama gepleit voor het stimuleren van nabijheid en keuzevrijheid, door juist daar te bouwen waar alle stedelijke functies (en werkgelegenheid!) binnen handbereik zijn en door het openbaar vervoer te gebruiken als regionale ruggengraat waarlangs verstedelijking plaats kan vinden. Of zoals Zandbelt het samenvatte: ‘Transformeer de stad van een klassieke Mondriaan naar een Victory Boogie Woogie’.

Ook in het verstedelijkingsvraagstuk zoekt het College van Rijksadviseurs dus naar het realiseren van maatschappelijke meerwaarde via de woningbouwopgave. Daarvoor ontwikkelde het CRa eerder al het dashboard verstedelijking, waarmee regio’s inzicht kunnen krijgen in de maatschappelijke meerwaarde die hun woningbouwplannen kunnen opleveren. Dit dashboard moet beleidsmakers beter inzicht geven in de effecten van hun keuzes, bijvoorbeeld voor binnenstedelijk bouwen of het aanwijzen van nieuwe uitleggebieden.

schema wonen bij voorzieningen

De toekomst in het CID

Met de keuze voor het Central Innovation District als brandpunt van toekomstige verstedelijking, en zodoende te streven naar gemengde stedelijke gebieden rond knooppunten van openbaar vervoer, heeft Den Haag de door Zandbelt gestelde principes eigenlijk al leidend gemaakt. Althans, in potentie. De crux is de uitwerking, waarbij ook de andere door de rijksadviseurs benoemde opgaven moeten worden meegenomen (energie, water, de relatie met het achterland). Twee teams bogen zich in het kader van de BNA-ontwerpstudie Stad van de toekomst met zo’n integrale blik over het CID en presenteerden hun visies op Den Haag in 2040.

Als eerste aan zet was Wilfried van Winden (WAM Architecten) met het concept All inclusive city. Het team stelde zichzelf de vraag hoe je op de vierkante kilometer tussen Centraal Station, Hollands Spoor en Laan van NOI niet alleen een wijk met hoge dichtheden kunt bouwen, maar bovenal een plek kunt realiseren waar mensen graag wonen en werken. Waar fysieke barrières worden geslecht en waar ruimte is voor diversiteit, groen en water. Het team zocht het daarbij vooral in meervoudig ruimtegebruik, bijvoorbeeld door flink te verdichten boven de bestaande sporen en het verhoogde maaiveld te gebruiken als verbindende ruimte tussen verschillende stadsdelen. Of door het Schenkviaduct te herontwikkelen tot een Ponte Vecchio voor zelfbouw. Centraal tussen de stations is een nieuwe mobiliteitshub voorzien, de BINCKhub, waar de omslag van autoverkeer naar duurzame verkeersvormen zijn beslag moet krijgen. Op termijn zou daar ook een hyperloop kunnen komen – al gaf Van Winden toe dat die ontwikkeling nog altijd wat speculatief is.

toekomstvisie schenkpark klimaatadaptatie in CID den haag - team WAM

Ook het team van Lars ten Hoften (UNStudio) zocht met The socio-technical city de ruimte boven de sporen op. Ze ontwikkelden een concept waarbij verdichting en verduurzaming hand in hand gaan en dat uitgaat van een ‘dubbellaagse verstedelijking’. Op het tweede maaiveld is daarbij niet alleen ruimte voor verdichting, maar ook voor groen en langzaam verkeer: de highline van Den Haag. Rond dit tweede maaiveld groeit de stad, daar verrijzen hoge torens met een groen (en semi-openbaar) hart. Beide teams zochten, net als de rijksadviseurs, naar een koppeling van opgaven. Het team van Ten Hoften deed dat heel nadrukkelijk met het voorstel voor een aantal duurzame ‘gateways’, zoals de Energiekathedraal. Een geothermiecentrale die niet alleen bijdraagt aan de energietransitie, maar ook ruimtelijke kwaliteit toevoegt en bovendien, doordat hij is ontworpen als brug, een verbindend element vormt in de stad. Ten Hoften sloot zich aan bij Alkemade: ‘We willen met een positief verhaal komen. We willen iconen maken voor de energietransitie.’

toekomstvisie hyperloopstation voor CID den haag UNstudio

Solidariteit ontwerpen

In de zaal was lof voor zowel het Panorama als de twee getoonde ontwerpstudies. Met name naar de toekomst kijken met een optimistische blik werkte, afgaand op de bijdragen, aanstekelijk op de aanwezigen. En er is veel waardering voor groen en water als belangrijke elementen in de visies. Uit de zaal werd met name bij de ontwerpstudies nog wel een kanttekening geplaatst: trap niet in fouten die we al eerder hebben gemaakt. Vergeet in al het utopische denken niet wat we al weten, bijvoorbeeld over de werking van (semi-)openbare ruimte. Er is veel kennis voorhanden over stedenbouw die wel en niet werkt.

Ook werd de vraag opgeworpen of de gelikt ogende concepten, waarbij diversiteit en inclusiviteit in woord hoog in het vaandel staan, in de praktijk niet toch vooral welvaart en kansen bieden voor mensen in de bovenlaag. Rijksbouwmeester Alkemade stelde in zijn antwoord dat het ontwerpen van nieuwe vormen van solidariteit dan misschien ook wel de grootste opgave van dit moment is, waarbij er ruimte moet zijn voor verschillen. ‘De kernvraag is: wat voor maatschappij willen we opbouwen? En kunnen we daarin een antwoord vinden op de grote transities van deze tijd, waarbij we tegelijk de lasten eerlijk verdelen? Kijk naar de gele hesjes in Frankrijk die zeggen: jullie praten over het einde van de planeet, wij praten over het einde van de maand. Door juist regionale kwaliteiten te versterken omarm je die verschillen en kun je een perspectief bieden aan zowel de gele hesjes als de kosmopolieten.’

in gesprek met de zaal over toekomstbeelden van den haag

Zowel het Panorama als de ontwerpstudies streven dan ook hogere doelen na. Of het ze inderdaad is gelukt om niet alleen optimistisch te zijn, maar ook voorbij de naïviteit te raken, zal in de doorwerking richting concrete plannen moeten blijken. Gezien de vaart waarmee Den Haag de woningbouwopgave ter hand wil en moet nemen, hangt immers veel af van de praktische toepasbaarheid op korte termijn en de ontvankelijkheid van de uitvoerende partijen. De roep om visie is groot, maar wanneer deze niet kan worden gekoppeld aan daadwerkelijke realisatie, zal uiteindelijk elke visie in schoonheid sterven. Maar of Den Haag de handschoen oppakt, dat bleef deze middag nog in het midden.

panelgesprek toekomstbeelden Den Haag

STADgesprek met: Floris Alkemade (Rijksbouwmeester), Daan Zandbelt (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving), Lars ten Hoften (UNstudio),  Wilfried van Winden (WAM architecten), Marie-Laure Hoedemakers (Lodewijk Baljon Landschapsarchitecten en team WAM) en Erik Pasveer (hoofd Stedenbouw & Planologie gemeente Den Haag). Foto’s STAD gesprek: Sjoerd van der Hucht