Van woonwens naar woning: De hartenkreten van woningzoekers voor de woonvisie.
N.b. Dit STADgesprek ging over de 90%-versie van de Woonvisie. Inmiddels staat de Ontwerp woonvisie 2040 ter inzage online. Wilt u op de visie reageren? Het proces daarvoor staat hier beschreven en is mogelijk t/m 19 juli 2024.
Op 22 april organiseerde Platform STAD een STADgesprek waarbij ruim dertig woningzoekenden met diverse achtergronden in gesprek gingen over de concept Woonvisie. De deelnemers zijn via verschillende kanalen en organisaties een op een door Platform STAD benaderd.
Vooraf nodigde wethouder Martijn Balster de deelnemers uit hun hartenkreten te formuleren en mee te geven aan hem en degenen die werken aan de Woonvisie.
Aansluitend gaf expert Douwe Wielinga een genuanceerde recensie met zowel pluspunten als vragen die de conceptvisie bij hem oproept. Deze recensie inspireerde de deelnemers bij de verdere gesprekken. Douwe benadrukte onder andere het belang van solidariteit en de combinatie van welbegrepen eigenbelang én gezamenlijk belang. Dit kwam ook vaak terug in de gesprekken aan de drie deeltafels.
De grootste hartenkreten van de deelnemers waren:
- Zorg voor meer ruimte in de stad voor gemengde en alternatieve woonvormen;
- Faciliteer de doorstroming;
- Zorg voor betaalbare woningen voor alle verschillende doelgroepen;
- Pak de (langdurige) leegstand van panden in de stad aan (hoe moeilijk dat ook is voor de gemeente);
- Geef meer aandacht aan de woonproblematiek van de pechgeneratie;
- Verruim de regels voor verkamering;
- Koppel de maatregelen voor de groep mensen met een beperking aan de maatregelen die er zijn voor ouderen met een WMO-indicatie.
In het verslag worden de recensie, inleidingen en alle hartenkreten uitgebreider toegelicht en aangevuld met een aantal verhalen en voorbeelden.
Van woonwens naar woning: De hartenkreten van woningzoekers voor de woonvisie.
Hoe gaan we er de komende jaren voor zorgen dat in Den Haag voor iedereen een betaalbare en geschikte woning is? Voor velen is het een uitdaging om een geschikte en betaalbare koop- of huurwoning te vinden. Om hiervoor oplossingen te bieden, werkt de gemeente Den Haag momenteel aan een nieuwe woonvisie waarin een aantal ambities vast worden gelegd. Die visie is inmiddels voor 90% uitgewerkt. Toch bleef de vraag hangen of er voldoende woningzoekenden betrokken zijn bij de visievorming, met name uit drie doelgroepen: Starters, senioren en gezinnen met een middeninkomen. Die groepen voor wie het extra moeilijk is om het juiste aanbod te vinden.
Platform STAD nam het daarom op zich om in samenspraak met de gemeente een STADgesprek te organiseren waarbij we specifiek op zoek gingen naar deelnemers die meestal niet via de bestaande kanalen worden betrokken. Platform STAD benaderde deelnemers onder andere door oproepen bij het Danspaleis, de afdeling werving en selectie van de politie, een ouderenlunch in Bezuidenhout en het Stagehuis Schilderswijk.
Op 22 april kwamen daarop omstreeks dertig woningzoekenden- en vertegenwoordigers van woningzoekenden in The Social Hub. Hen werd gevraagd om vanuit hun ervaring mee te praten over de uitdagingen bij het vinden van een goede en betaalbare Haagse woning en over de bijdrage die de gemeente daaraan kan leveren met de Woonvisie die ze momenteel maakt. Wat zijn hun wensen? Welke kansen en uitdagingen worden gezien?
Na een welkomstwoord van Martijn Balster (Wethouder Volkshuisvesting, Wijken, Welzijn en Zuidwest), gaf Vivianne van Liebergen namens de gemeente Den Haag toelichting op het concept van de Woonvisie. Douwe Wielenga (projectleider bij de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) en zelfstandig adviseur op het gebied van wonen en duurzaamheid) deelde vervolgens in een prikkelende recensie wat hem wel en niet aansprak aan de visie. Vervolgens gingen de deelnemers en een aantal ambtenaren in deelgroepen met elkaar in gesprek.
Op zoek naar het persoonlijke verhaal
Martijn Balster (Wethouder Volkshuisvesting, Wijken, Welzijn en Zuidwest) bedankt bij de start van de avond de deelnemende woningzoekenden. Hij ziet het STADgesprek als een eerste stap om de stem van de woningzoekende te horen. Een belangrijke stap om de woningzoekende structureel en prominenter aan het woord te laten. Dit gebeurt nog te weinig, terwijl de problemen op de woningmarkt groot zijn. Dat maakt de nieuwe Woonvisie ook zo belangrijk. De stad groeit snel. Meer mensen betekent dat het tekort aan betaalbare woningen groeit. Daar is nauwelijks tegenop te bouwen. Een andere uitdaging ligt bij de kwaliteit van de woningen: te veel ervan zijn in slechte staat. Maar er liggen ook kansen in Den Haag. Zo wonen mensen er gemiddeld genomen groot en kan de woningvoorraad beter benut worden. Bijvoorbeeld door de doorstroming te verbeteren voor wie kleiner maar ook betaalbaar wil wonen. En er kan op allerlei manieren worden geïnvesteerd om de leefbaarheid in wijken en buurten te verbeteren.
De woonvisie is nog niet af. Wanneer deze ter inzage is, zal er ook nog ruimte zijn voor inspraak. Maar er is ook al veel gedaan. Er zijn data verzameld en interviews gedaan met belanghebbenden. Vanavond stelt Martijn Balster expliciet twee vragen aan de deelnemers:
- Wat is jullie persoonlijke verhaal? Wat maakt voor jullie dat er woningnood is en dat er een woonvisie moet zijn?
- Wat is je hartenkreet aan de gemeente? Wat staat er bovenaan je lijst wat er moet gebeuren?
“Wonen in een stad in balans.” Een woonvisie voor de korte en lange termijn.
Wat staat er in een woonvisie geschreven en hoe komt deze tot stand? Vivianne van Liebergen, beleidsadviseur Wonen bij de gemeente Den Haag, ligt dit toe. Omdat de vraag naar woningen in Den Haag al jaren veel groter is dan het woningaanbod en het aantal inwoners van de stad blijft groeien, moeten er keuzes worden gemaakt. Bijvoorbeeld waar sociale woningbouw wordt geplaatst, hoe voldoende groen kan worden behouden in een wijk en hoe woningen kunnen worden verduurzaamd. Om hierop korte (komende vijf jaar) en lange termijn (tot 2040) aan te werken, maakt de gemeente een woonvisie waarin keuzes en te nemen maatregelen staan. De ambitie is om Den Haag meer in balans te brengen zodat inwoners betaalbaar kunnen wonen, er eerlijke kansen zijn voor woningzoekenden, woningen duurzaam, veilig en gezond zijn, en de tweedeling in de stad afneemt. De visie vormt de basis voor alles wat er gebeurt rondom het wonen in Den Haag en gaat in op vier thema’s: (Ver)bouwen in alle delen van de stad; Toegankelijke en betaalbare woningvoorraad voor aandachtsgroepen; Toekomstbestendige en duurzame woningen en woonomgeving; Vitale en leefbare wijken.
De woonvisie is op streek. Er ligt al een 90% versie op basis van gesprekken met inwoners en belangrijke partners in de stad, onderzoek naar het DNA van de stad en feiten en cijfers over de woningmarkt. In de huidige versie staan een reeks maatregelen gericht op de uitdagingen op de woningmarkt. Deze zijn gekoppeld aan een aantal persona’s: profielen van specifieke groepen woningzoekenden en hun behoeften. Ook wordt er met de visie samenwerking aangemoedigd tussen de gemeente, het rijk, ontwikkelaars en corporaties.
De visie is nog in concept en daardoor kan er nog beperkt over de inhoud worden gedeeld. Wel is er al het een ander te lezen: (RIS 313200) Aanpak actualisering woonbeleid: woonvisie/woonagenda Gemeente Den Haag (raadsinformatie.nl).
Duivelse dilemma’s, lastige keuzes, een logische visie? De woonvisie gerecenseerd.
Op verzoek van Platform STAD en de gemeente Den Haag geeft Douwe Wielinga als aftrap voor het gesprek een recensie op de concept Woonvisie. Douwe woont in de Haagse regio en is zelfstandig adviseur op gebied van wonen en duurzaamheid. Daarnaast werkt hij voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
In zijn recensie van de concept-woonvisie vallen Douwe vijf punten op:
- Er zijn veel samenhangende uitdagingen beschreven die dwingen tot samenhangende keuzes. De visie geeft goed aan hoe ingewikkeld kiezen is: Als je teveel voor oplossingen voor slechts één van de 20 uitdagingen oplossingen, krijg je andere problemen als een boemerang terug.
- Het proces is zorgvuldig geweest. Er zijn uitgebreide analyses gemaakt, bijvoorbeeld van wachtlijsten, leefbaarheid en segregatie. En er zijn gesprekken in meerdere rondes gevoerd met onder andere bewoners, ondernemers, woningcorporaties, zorgorganisaties en regiogemeenten.
- Het DNA waarmee de conceptvisie begint is herkenbaar. “Weten wat voor een stad je bent, daar begint het voor mij mee. Omdat de stad die hier over 100 jaar staat nu al voor het overgrote deel is gebouwd.” Het Haagse DNA is omschreven als (a) Een diverse bevolking in een palet aan wijken, (b) een gesegregeerde stad van zand, veen en klei, en (c) veel particuliere huur en kleine VvE’s. Douwe herkent dit in de samenhang tussen inwoners en huizen, tussen sferen en plekken.
- De doelstellingen geven een duidelijke en eenvoudige richting. Woningen toevoegen in de stad waar dat past; betaalbare huisvesting voor iedereen; eerlijke kansen voor woningzoekenden op de woningmarkt; tegengaan van segregatie; duurzaam, veilig, gezond wonen is de norm.
- Er zijn veel plannen en maatregelen om veel problemen aan te pakken met meer dan 60 maatregelen en gebiedsprofielen voor de acht stadsdelen. Hier gaat het de lezer volgens Douwe een beetje duizelen. Het maakt wel duidelijk dat er geprobeerd is om op verschillende manieren samenhang aan te brengen en volledig te zijn. En de poging om dit voor verschillende groepen in beeld te brengen – problemen en maatregelen die op hen betrekking hebben – verdient lof.
Al met al is Douwe positief over het stuk. Tegelijkertijd roept het op onderdelen ook vragen en dilemma’s bij hem op die hij het publiek meegeeft voor het gesprek:
Vraag 1: Hoe pakt deze woonvisie uit voor toekomstige generaties?
Want als de stad voor onze kinderen en kleinkinderen, die er voor een groot deel al staat, maar voor een deel ook nog gevormd wordt, wat is dan belangrijk?”
Vraag 2: Wonen of bouwen aan “een stad in balans”: Waar gaat die balans dan precies om?
In de visie staan zaken als: een diverse en groeiende stad aan zee. Een inclusieve en leefbare stad. Een rechtvaardige en duurzame woningmarkt. Dit roept bij Douwe beelden op van een balans tussen de draagkracht van wijken en buurten en daardoor ruimte voor verschil. En de vraag hoe de balans moet zijn tussen huidige en toekomstige bewoners?
Een belangrijk thema hierbij is volgens Douwe solidariteit: “Echte solidariteit gaat volgens mij om een goed doordachte verbinding van belangen en waarden – dingen die we belangrijk vinden (…). Op welke punten moet er een andere balans komen, waar is solidariteit nodig tussen de huidige bewoners van Den Haag en de toekomstige bewoners op korte en lange termijn? Mogen we van mensen vragen in te leveren op individuele vrijheid en waarom dan?”
Bij balans is er ook spanning tussen doelstellingen en de vraag hoe je daarmee omgaat. Meer betaalbaar bouwen betekent misschien wel dat de kwaliteit veel minder wordt of dat er minder snel woningen bij komen. Hoe kijken de deelnemers naar die balans?
Vraag 3: Hoe ambitieus of realistisch moet de woonvisie volgens de deelnemers zijn?
De cijfers klinken wat abstract: van 2.100 woningen naar 4.000 nieuwe woningen per jaar. Dat roept bij Douwe de vraag op of dat wel kan? “Moet je als gemeente proberen het onmogelijke te doen en ten koste van wat gaat dat? Voor wie is het belangrijk en voor wie niet?” En waar is iemand toe bereid om op in te leveren: Kwaliteit, betaalbaarheid of woninggrootte?”
Woonwensen en woonobstakels: De zoekers aan het woord
Van starters tot startende gezinnen; van mensen zonder dak en/of thuis tot ouderen, al dan niet met een fysieke beperking. Het zijn de Hagenaren, Hagenezen en Hagenaren-in-spé die deze avond aanwezig zijn. Wat ze delen? Allemaal zijn ze woningzoekend in Den Haag. Zoals een student die eigenlijk nergens terecht kan, een jonge man die in de Schilderswijk nabij zijn familie wil wonen maar nu noodgedwongen in Alphen aan de Rijn woont; Twee woongroep-bewoners die een kindje verwachten en geen eigen woning kunnen vinden. Er is een jonge vrouw aanwezig die uit een beschimmelde sociale woning moest verhuizen, niets kreeg aangeboden waar ze wilde wonen, een paar maanden dakloos was en nu noodgedwongen in Rotterdam woont met drie onbekenden. Ondanks een prima baan kan ze geen betaalbare woning vinden om samen met haar vriend in te trekken. Maar ook zijn er mensen die ruimte hebben, maar vastzitten in hun (sociale) woonsituaties. Zoals een man die bereid is kleiner te wonen, maar ook een vrouw die graag wil blijven in haar woning en ruimte heeft voor iemand erbij, wat de corporatie niet toestaat.
In deelgroepen konden ze hun verhalen delen. Ze gingen over deze zorgen en ervaringen met elkaar in gesprek. Herkenning en tegengestelde ervaringen wisselden elkaar daarin af. Ook vanuit de gemeente werd op deze inbreng gereageerd, bijvoorbeeld door in te gaan op waar de woonvisie al in voorziet, maar ook om de deelnemers vragen te stellen om hun inbreng verder uit te kunnen diepen en mee te kunnen nemen voor de laatste 10% van de woonvisie.
De grootste hartenkreten van de deelnemers:
- Zorg voor meer ruimte in de stad voor gemengde en alternatieve woonvormen. Doe dit zowel op het gebied van fysieke ruimte als beleidsruimte. Bekijk of er meer verdieping mogelijk is in de woonvisie op het gebied van nieuwe woonvormen zodat hier een impuls aan kan worden gegeven. Geef meer mogelijkheden voor gemengd wonen op het niveau van wooncomplexen en buurten, maar ook op microniveau van huishoudens die een kamer willen verhuren.
Er is een enorme behoefte aan gezamenlijke woonvormen. Het samenwonen van alleen senioren in te ontwikkelen ouderenwoningen waarbij zorg voor elkaar op de voorgrond staat. Of juist heel gemengd wonen waarbij verschillende sociale klassen, ouderen en jongeren samenleven in woongroepen. Mensen vinden dit soort nieuwe woonvormen aantrekkelijk. Het geeft vrijheid om te experimenteren en een eigen leefruimte te creëren die beter aansluit bij de diversiteit aan huishoudens. Betaalbaarheid en sociaal contact zijn ook beweegredenen om voor een gemengde woonvorm te kiezen, met gemeenschappelijke ruimtes voor ontmoeting en gezelligheid en faciliteiten, zoals wasmachines, kunnen worden gedeeld. Deze nieuwe woonvormen komen ten goede aan de sociale cohesie van de stad. - Faciliteer de doorstroming. Ouderen zitten vast in een woning omdat er geen passend en betaalbaar alternatief te vinden is, terwijl jongeren niet de kans krijgen om te starten en gezinnen niet door kunnen schuiven naar een woning die past bij hun gezinssituatie. Het gevolg is dat jonge generaties belangrijke ontwikkelingen in hun leven niet kunnen maken of in de wacht moeten zetten. Ouderen moeten noodgedwongen langer in een huis blijven wonen dat niet meer voldoet aan hun behoeften. Mensen zitten op allerlei manieren opgesloten in hun woonsituatie. Met veel moeite is woningruil wel mogelijk, maar dit kan toegankelijker door persoonlijk contact te faciliteren en door huurprijzen niet standaard te verhogen bij een woningruil.Verhalen van de deelnemers:
Gepensioneerde mensen hebben een 30-jarige zoon weer terug in huis wonen omdat hij geen eigen woning kan vinden. Zij willen wel kleiner gaan wonen maar kunnen dit niet zolang hun zoon geen woonruimte kan vinden. De woning die uitermate geschikt is voor een jong gezin komt niet vrij.Een gezin met baby op komst woont in het Pandercomplex. Een aantrekkelijke woonwerkgemeenschap die vanwege ligging en kwaliteit erg gewild is maar minder geschikt voor hun aanstaande gezinssituatie. Ze willen graag verhuizen naar een eengezinswoning maar deze is onbetaalbaar of er moet te veel opgeknapt worden. Het aanstaande gezin komt niet weg en de gewilde woonplek in Pander komt niet vrij. - Zorg voor betaalbare woningen voor alle verschillende doelgroepen. Onder andere studentenwoningen, woningen voor starters, gezinnen met een middeninkomen, senioren en woningen voor specifieke doelgroepen en mensen met een essentieel beroep (politie, zorg en onderwijs). Aantallen zijn belangrijk maar zorg ook voor betaalbaarheid die in verhouding staat tot kwaliteit. Mensen zijn meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan wonen. Er blijft daardoor geen geld meer over voor andere levensbehoeften. Het gevolg is dat onder andere mensen met een middeninkomen die in een essentieel beroep werken Den Haag verlaten. Het gaat hierbij niet enkel om maandelijkse kosten, maar ook om hoge inkomenseisen en borgsommen bij particuliere huur.Verhalen van de deelnemers:
Een voormalig dakloze man woont in een kamer van 15 m2. Er is geen buitenruimte, alleen maar twee ramen en in de zomer wordt het veel te warm. Hij is blij met een dak boven zijn hoofd maar zijn huur van €600 per maand staat niet in verhouding tot de kwaliteit van de woning.Een jongeman volgt met plezier zijn opleiding aan de Politieacademie. Hij werkt ook al als politieagent in Den Haag en hij voelt binding met de stad. De vraag is of hij na het afronden van de Politieacademie een betaalbare woning kan vinden. Zal hij weer bij zijn ouders moeten gaan wonen of gaat hij de stad verlaten? Hoe houden we mensen met een essentieel beroep in Den Haag? - Pak de (langdurige) leegstand van panden in de stad aan (hoe moeilijk dat ook is voor de gemeente).
Er is veel ongebruikte ruimte in de stad die sinds lange tijd leegstaat. Benut deze leegstaande ruimte om de woningnood te verlichten. Kijk of hier toch iets aan te doen valt, ook vanuit de gemeente. Voer gesprekken met eigenaren van leegstaande panden. Maak wonen tot een prioriteit bij het transformeren van leegstaande panden, ook als hiervoor een wijziging in het bestemmingsplan nodig is.Verhalen van deelnemers:
Een jonge trainee neemt haar eerste stappen op de arbeidsmarkt en staat tegelijkertijd voor de uitdaging haar leven te ontplooien. Waar vindt zij een plek om haar thuisbasis op te bouwen? Zij doet een oproep om een pilot te starten met een groep bewoners die zelf het initiatief willen nemen om een leegstaand pandte transformeren tot woningen.Een dakloze vrouw staat na een vechtscheiding op straat en ziet met pijn in haar hart dat er wel ruimte is in de stad, maar niet voor haar. - Geef meer aandacht aan de woonproblematiek van de pechgeneratie. De financiële draagkracht van deze generatie heeft te lijden onder opgebouwde studieschuld. Het is daarom extra moeilijk om geld te lenen voor een hypotheek, een koopwoning is onbereikbaar. Hoge huurprijzen en geen aanspraak kunnen maken op huurtoeslag hebben tot gevolg dat deze generatie ook niet in staat is om een betaalbare huurwoning te vinden of om te kunnen sparen. Veel jongeren gaan noodgedwongen weer bij hun ouders wonen of vertrekken uit Den Haag. Hoe krijgen we ze ooit terug? Denk specifiek na over oplossingen voor de pechgeneratie.
- Verruim de regels voor verkamering. De regels om ongewenste verkamering tegen te gaan zijn in Den Haag dermate streng dat allerlei groepen hier last van hebben. Studenten komen ongewild in een illegale woonsituatie terecht.
- Koppel de maatregelen voor de groep mensen met een beperking aan de maatregelen die er zijn voor ouderen met een WMO-indicatie. Ouderen met WMO-indicatie en mensen met een beperking hebben doorgaans een aangepaste woning nodig (brede doorgangen, hulpgrepen, hoog toilet etc.) Nu worden deze groepen nog apart in beleid benoemd en benaderd. Terwijl alle 55+ woningen voldoen aan vele wensen voor ouderen met WMO-indicatie en zelfstandig wonende mensen met een beperking. Voorstel: voeg beleid en regels samen, waardoor ook andere bewoners (mensen met een beperking) terecht kunnen in bijvoorbeeld deze 55+ woningen. Dit scheelt ook weer WMO-budget.De mismatch dat een aangepaste woning vanwege urgentie wordt toegewezen aan iemand die deze aanpassingen niet nodig heeft kan op deze manier opgelost worden.Verhaal van een deelneemster:
Een mevrouw met een beperking ziet om haar heen gebeuren dat huurwoningen met aanpassingen (specifiek voor mensen met een beperking) niet bij de juiste huurders terechtkomen. Vanwege urgentie op de wachtlijst of omdat iemand simpelweg lange tijd ingeschreven staat, komt een aangepaste woning bij iemand terecht die deze aanpassingen helemaal niet nodig heeft. Mensen met een beperking moeten daardoor langer wachten voordat de juiste woning beschikbaar is. Zij komen slechts in aanmerking voor een beperkt aantal woningen in de bestaande woningvoorraad. Geef deze mensen daarom voorrang op aangepaste woningen.
Overige wensen en aanbevelingen:
- Bouw met de woonvisie aan een sociale cohesie in de stad. Laat de woonvisie niet alleen maar gaan over de aantallen en over geld. Belangrijker is dat mensen elkaar weer kunnen vinden en te zorgen dat die stad weer goed functioneert. Er is een grote diversiteit aan stadbewoners en mensen vinden het juist fijn om van elkaar de achterliggende verhalen te leren kennen. Schep in de woonvisie de voorwaarden dat mensen de verbinding met elkaar kunnen leggen. De woonvisie als middel tegen segregatie: De aloude tegenstelling tussen veen en zand.
- Houd de sociale structuur binnen Den Haag en op wijkniveau in stand. Voorzie in vervangende woonruimte binnen de stad, bij voorkeur in de wijk, als mensen noodgedwongen hun huis moeten verlaten vanwege renovatie. Doe dit ook als de vervangende woonruimte slechts tijdelijk is. Daardoor blijft een sociaal vangnet behouden dat zeer waardevol is, zodat mensen niet in een sociaal isolement raken of afhankelijk worden van (zorg)instanties.
- Maak het delen van woningen makkelijker/mogelijk. De motivatie is daarbij zowel betaalbaarheid als sociaal contact (onder andere bij ouderen en daklozen). Ga daarvoor in gesprek met verschillende partijen. Zoals met woningcorporaties om deze woonvormen te organiseren, of met mensen persoonlijk om te kijken hoe initiatieven ondersteund kunnen worden. Het gaat hier om diverse manieren van woningdelen. Kan de gemeente werken aan een versoepeling van de regelgeving rondom kamerbewoning om dit makkelijker te maken? Maak kamerverhuur financieel en fiscaal aantrekkelijker en experimenteer met friendscontracten.
- Organiseer het gesprek met de bewoners van de stad op een andere manier. Mensen willen persoonlijkere vormen van in gesprek gaan met en stimuleren van eigen initiatief van bewoners voor samenwonen en woningruil. Alleen een website is onvoldoende om mensen over de streep te trekken. Denk bijvoorbeeld aan een ouderenmakelaar.
- Maak inzichtelijk wat de korte en lange termijn acties zijn om de woningnood op te lossen.
- Hanteer het principe ‘gun iedereen een woning’ en zoek naar passende oplossingen om dit voor elkaar te krijgen. Kijk naar wat wij met z’n allen bereid zijn om in te leveren. Laat woningen wel aan een bepaalde basisvoorwaarde voldoen, zoals minimale grootte, kwaliteit, duurzaamheid en comfort. Woningen mogen best kleiner, woningen delen is een optie. Stimuleer/maak mogelijk/maak het aantrekkelijk dat mensen woningen delen als ze ruimte ‘over’ hebben.
- Verbeter de kwaliteit van de leefomgeving
Er is veel behoefte aan groen en rustige plekken in de buurt met bomen in iedere straat, parken op loopafstand en stadstuinen. Zorg ook voor voldoende parkeerplekken om woon-werkverkeer mogelijk te maken voor essentiële beroepen. Faciliteer diverse voorzieningen in de buurt, waaronder werkruimtes, buurthuizen en loketten met bijvoorbeeld ouderenconsulenten. Realiseer ontmoetingsplekken. Hier is meer behoefte aan wanneer mensen kleiner gaan wonen.