Kindvriendelijke openbare ruimte in het CID: kansen genoeg

Een van de ambities voor het CID (Central Innovation District) is dat hier de komende 20 jaar meer gezinnen komen wonen, maar de ruimte is erg schaars en niet uitnodigend. Platform STAD organiseerde daarom op 12 mei het STADconsult ‘Kindvriendelijke openbare ruimte in het CID’. Hoe kan dit hoogstedelijke stukje Den Haag toch een aantrekkelijk woon- en werkgebied voor (jonge) gezinnen en jonge professionals worden?

Experts Frank Hulleman (Nijha), Minka Haverkorn (BUITENOM), Frank Vonk (AM), Albert Koolma (gemeente Den Haag), Marlies Bouman (Jantje Beton), Wouter Tooren (De Omgevingspsycholoog), Janneke Zomervrucht (MENSenSTRAAT), Esther Vlasveld (Studio evo), Eline van Staalduinen (gemeente Den Haag), en Niraj Sewraj (BPD) deden aanbevelingen.

De komende twintig jaar wordt van het CID het nieuwe economische en hoogstedelijke stadshart van Den Haag gemaakt. De (ontwerp) Structuurvisie CID voor het gebied tussen de stations Den Haag Centraal, HS en Laan van NOI wordt nog aangepast. Eén van de aandachtspunten is de openbare ruimte. Een onderwerp dat nauwelijks terugkomt in de plannen voor het CID is een kindvriendelijke openbare ruimte. Toch wonen er in dit stedelijke gebied nu en in de toekomst ook veel kinderen. Als het CID aantrekkelijk moet zijn voor gezinnen, moet er ook meer aandacht worden besteed aan een kindvriendelijke inrichting van de openbare ruimte. Dat zorgt ook meteen voor een prettige omgeving voor bijvoorbeeld ouderen. Senioren en kinderen verplaatsen zich in de stad immers op een vergelijkbare manier. Beiden zijn een vorm van traag bewegend verkeer.

Meervoudig ruimtegebruik mogelijk maken
Voor bijna elke vierkante meter in het CID zijn al plannen gemaakt. Volgens de experts moet er daarom worden ingezet op het meervoudig gebruik maken van plekken. Dan wordt de openbare ruimte die er in het CID is, zo efficiënt mogelijk gebruikt. Parkeerplaatsen van kantoorgebouwen bijvoorbeeld staan een groot deel van de dag leeg. Deze kunnen door kinderen ook als speelplek gebruikt worden. Dit is echter alleen realistisch als dat dit goed zichtbaar wordt aangegeven voor zowel de kinderen als de overige gebruikers van deze plek.

kinderen spelen op stoep

Kinderen hebben niet per se een grote speeltuin nodig om zich te vermaken. Sterker nog, kinderen hebben over het algemeen een rijke fantasie. Een bankje om op te klimmen of een muurtje om een bal tegenaan te schoppen is soms al genoeg. Freerunners bijvoorbeeld kunnen bankjes, muurtjes, schuurtjes, bushaltes en dergelijke prima gebruiken om hun sport te beoefenen. Maar als niet duidelijk is dat deze elementen ook bewust geschikt zijn gemaakt voor freerunners, zal de omgeving moeilijk accepteren dat de objecten op zo’n manier gebruikt worden. Omwonenden zien dit vaak als ongewenst omdat de sporters overal op klimmen, wat ‘niet de bedoeling’ is. Het is daarom belangrijk dat dit soort speel- en beweegaanleidingen als zodanig herkenbaar zijn, om de acceptatie te vergroten en conflicten te voorkomen.

De lastige plekken in het CID zijn een kans
In de (ontwerp) Structuurvisie CID wordt bij zwaktes de hoogteverschillen rondom station Den Haag HS genoemd. De experts vinden die hoogteverschillen juist een kans voor een interessante kindvriendelijke openbare ruimte. Een betonnen trap kan door een kind als een speelaanleiding worden gezien. Dan krijgt de trap zowel een functionele als een recreatieve functie. En waarom geen glijbaan naast de trap laten lopen? Of schommels ophangen onder de vele viaducten in het gebied?

kinderen spelen inopenbare ruimte

Voetgangersvriendelijk als basis voor verkeersveiligheid
Ouders maken zich vaak zorgen over de verkeersveiligheid als hun kind alleen naar school gaat. De experts zijn positief verrast door de ambitie voor het CID dat het voetgangersvriendelijk wordt. Mobiliteit op de menselijke maat heeft prioriteit met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur. Toch is dit voor een kindvriendelijke openbare ruimte niet veilig genoeg. Een aanbeveling die de experts hierover geven is, dat er bij een maximale snelheid op de rijbaan van 30 km/uur een duidelijke markering van stoepranden moet zijn. Die randen definiëren een veilig gebied om te spelen. De overige straten zonder duidelijke markering zijn pas veilig met een maximale snelheid van 15 km/uur. Ook hier is herkenbaarheid van zones belangrijk. Als de grenzen duidelijk zijn hebben kinderen daarbinnen de ruimte om zelfstandig buiten te spelen.

kinderen met 15 km per uur bord

Participatie in vroeg stadium en met kinderen zelf
Om de schaarse ruimte in het CID zo efficiënt mogelijk in te vullen is het belangrijk dat er met de kinderen en buurtbewoners gesproken wordt, geven de experts aan. Spelen in het CID is geen invuloefening. Het CID heeft een buurtstructuur en daarbij past een buurtbenadering. Wie ken je in je buurt? Wie zijn je buren? Indien er samen met de buurtbewoners aan de inrichting van de openbare ruimte wordt gewerkt, wordt het echt een plek van de buurt.

De experts menen dat een kindvriendelijke openbare ruimte door de ogen van een kind zou moeten worden ingericht. Kinderen hebben een heel ander ooghoogte niveau, waardoor ze bijvoorbeeld de verkeersveiligheid niet goed kunnen inschatten. Zij adviseren de participatie te organiseren via scholen in de buurt. Kinderen kunnen dan meedenken over de route die ze afleggen van huis naar school en aangeven waar ze zich wel en niet veilig voelen. Dit geldt eveneens voor de ouders van deze kinderen. Participatie is op dit moment lastiger omdat veel bewoners er nog niet wonen. De experts adviseren toch aan de slag te gaan. Door middel van een pop-up speelplek bijvoorbeeld kun je veel ontdekken. Je ziet voor kinderen die nu wel al in de buurt wonen, over waar hun behoeftes liggen en wat het effect is van een speelplek in de buurt.

herkenbare spelaanleiding voor kinderen

Aanbevelingen voor een kindvriendelijke openbare ruimte in het CID:

  1. Richt de stad in met een kinderbril op.
    De openbare ruimte inrichten door de ogen van een kind biedt een totaal ander perspectief. Het perspectief van een kind levert een veiligere en aantrekkelijkere openbare ruimte op.
  2. Zet in op meervoudig gebruik van de ruimte.
    Maak de ruimte flexibel. Hoogteverschillen of trappen kunnen glijbanen zijn. Overkluizing van (rail)infrastructuur kan ruimte bieden voor een sportveld. Zet pop-up speelplekken in als place-making of om te ontdekken waar of hoe ze graag spelen.
  3. Maak verbindingen tussen plekken en verkeersveilige zones herkenbaar.
    Hoe kom je veilig van huis naar school of speelplek? Markeer deze veilige routes. Op plekken waar geen duidelijke markering aanwezig is geldt een maximale veilige snelheid van 15 km/uur. Op plekken waar wel stoepranden zijn kan een maximale snelheid van 30 km/ uur gelden.
  4. Betrek beheer en onderhoud eerder in het proces.
    De kwaliteit van de openbare ruimte en speelplekken staat of valt door onderhoud en beheer. Maak daar budget voor vrij.
  5. Organiseer participatie via scholen en buurtbenadering.
    Betrek vooraf ouders en kinderen bij de inrichting van de openbare ruimte door middel van buurtbenadering en via scholen.
  6. Betrek landschapsontwerpers vroegtijdig in projectontwikkeling.
    Kinderen spelen graag in een groene en leefbare omgeving. Spelen en bewegen dragen bij aan een gezonde stad.
  7. Lever maatwerk in plaats van standaardnormen.
    Kinderen hebben een rijke fantasie. Hun oplossingen vallen vaak buiten de standaardnorm. De fantasie van kinderen wordt geprikkeld door vrije ruimte. Biedt die ruimte en durf te experimenteren! Houd daarvoor bewust ruimte vrij.

Foto’s: Afkomstig van BUITENOM en MENSenSTRAAT.