Samenwerken aan de stad

Lange tijd was de rol van de gemeente binnen de stad vrij simpel: de gemeente stuurt in de planvorming en de kans is klein dat je als burger hierin meegenomen wordt. Maar al een aantal jaar wordt gezocht naar manieren om burgers in het proces te betrekken. Dit past ook bij de ontwikkelingen van deze tijd. Gemeentes hebben steeds meer een faciliterende rol en een meer integrale aanpak. Bewonersinitiatieven eisen steeds meer hun eigen plek op in de stad. dit proces te versnellen.

Ook vanuit beleid vindt er een grote kentering plaats in de rol van stadsbewoners binnenstedelijke ontwikkeling. Vrijwel iedereen die zich bezig houdt met gebiedsontwikkeling staat hierdoor aan de vooravond van een geheel andere manier van samenwerken. Want de omgevingswet geeft burgerparticipatie een duidelijke plek in ontwikkelingen en zowel commerciële partijen als gemeentes moeten plannen maken die aansluiten op de omgeving. Het klinkt rooskleurig, maar er zijn wel nog veel onzekerheden. En het vraagt een grote cultuuromslag. Verder is het voor gemeentes ook nog een hele zoektocht om een balans te vinden tussen een faciliterende rol en taken die juist een sturende aanpak vergen.

Omschakeling voor ambtenaren en bewoners

Bewoners moeten ook wennen aan het feit dat zij zelf invloed kunnen uitoefenen. Vanuit het verleden zijn veel mensen wantrouwend door slechte ervaringen. Bijvoorbeeld doordat zij van het kastje naar de muur zijn gestuurd of omdat plannen in hun beleving niet duidelijk aan hen zijn gecommuniceerd.

Welke handvaten hebben bewoners nodig om in hun kracht te staan? Krijgen bewoners energie van werken aan hun wijk? En zo ja, kunnen gemeenten hun ambtenaren deze aanpak ook succesvol laten implementeren?  Een spannende tijd waar het experiment nodig is om te bekijken hoe de bevolking hierop reageert.

 

Het stadhuis op straat

Frans Soeterbroek, socioloog, actieve stadmaker en bestuurlijk adviseur voor de publieke zaak, gaf zelf invulling aan de veranderende rollen binnen de gemeente in het artikel: “De spontane stad”
“Het wordt tijd dit om te draaien: de dynamiek in de stad leidend laten zijn voor de beleids- en planvorming en als overheid een ondersteunende rol pakken. Niet voor niets pleiten adviesorganen van de overheid voor het omdenken van publieksparticipatie in overheidsparticipatie. Wat vooral nodig is: het organiseren van een continue wisselwerking tussen gemeentebestuur en samenleving, ook en juist op de momenten dat het spannend is. Deze omdraaiing lukt alleen wanneer het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie zich mentaal en fysiek in de stad nestelen. In het jargon: stadsontwikkeling, placemaking en communitybuilding vloeien in elkaar over, en de afstand tussen ontwikkeling en beheer wordt overbrugd. Ik noem dat de formule van ‘stadhuis op straat’.

Hoe zou het zijn wanneer de gemeente haar stadshuis decentraliseert/lokaliseert in de vorm van buurtcentra, paviljoens, bouwketen en bussen waar ambtenaren samen komen met bewoners en waarbij de tekentafels en de ontwerpers op straat staan en zo daadwerkelijk ontvankelijk zijn voor de spontane stad. En waarbij mensen met behulp van geïmproviseerd straatmeubilair, stoepkrijt, foto’s en schetsen de kans krijgen een plein te helpen inrichten in plaats van dat dit in een glanzend stadskantoor in maquettes gebeurt. Dat helpt ook om denken en doen dichter bij elkaar te brengen. Een uitnodiging om samen een moestuin in de stad te maken of geïmproviseerd met elkaar een plein opnieuw in te richten werkt dan beter dan bijeenkomen in zaaltjes. Werken aan de spontane stad is dus ook een kwestie van steeds weer concrete speldenprikken uitdelen zodat er geen grote afstand ontstaat tussen het denken en het doen. De charme van organische stadsontwikkeling is nu juist dat het vaak om kleine initiatieven gaat die weinig beleid of planvoorbereidingstijd nodig hebben.”

Experimenten in de openbare ruimte

Sacha Winkel, architectonisch ontwerper die zich heeft gespecialiseerd in bottom up citybranding, sluit zich aan bij de notie van Frans Soeterbroek dat de wensen van bewoners niet via vergaderzalen moeten worden opgehaald. Ander gebruik van de openbare ruimte kan het beste verbeeld worden door kleinschalige experimenten. Dit pleidooi brengt zij mede in de praktijk met Park[ing] Day Den Haag. Park[ing] Day is een jaarlijks terugkerende interventie waarbij – wereldwijd – bewoners, creatieven, ontwerpers en kunstenaars, voor één dag parkeerplekken ombouwen tot kleine publieke parken.  Het doel is om lokaal aandacht te vragen voor de noodzaak van meer duurzame mobiliteit, meer groen en ontmoetingen in het sociale domein. Om kritische discussies te generen en de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving te verbeteren.

De eerste Haagse editie van 2017 bestempelt Winkel als een succes. “Er werd één dag op 24 plekken geëxperimenteerd met verschillende invullingen voor de openbare ruimte. Maar het effect was veel groter dan die dag. Veel van de bewoners en bedrijven waren zo enthousiast over de mogelijkheden die zij op Park[ing] Day zagen, dat zij deze hebben ingebracht als wensen voor de herinrichting. Een aantal hiervan zijn ook daadwerkelijk uitgevoerd” zegt zij. “Nu is de jarenlange ergernis van rondslingerende fietsen grotendeels opgelost omdat auto parkeerplekken zijn verruild voor parkeerplekken voor fietsen. En er is meer aandacht voor groen. “

Ander publiek bereiken

Dit jaar zijn ook de gemeente, provincie en waterschappen nadrukkelijk uitgenodigd om deel te nemen. Park[ing] Day biedt namelijk de gelegenheid om direct in contact te komen met bewoners en bezoekers van Den Haag en hierbij belangrijke informatie over het toekomstbestendig maken van de stad te delen. Gewoon op straat, op een (omgetoverde ) parkeerplek. Het voordeel is dat een overheidsinstantie op deze manier ook een ander publiek bereikt dan gewoonlijk op bewonersvergaderingen.

Op Park[ing] Day kunnen mensen uit zich eigenaar voelen van de buitenruimte. Winkel zegt: “Wij zijn ervan overtuigd dat een veelzijdiger gebruik van de openbare ruimte een positieve bijdrage kan leveren aan het welbevinden van de inwoners. Als mensen trost zijn op de plek waar ze wonen en zich gewaardeerd voelen in de stad dan levert dat een enorme bijdrage op aan de kwaliteit. Je moet het maar zo zien: een stad heeft infrastructuur, diensten en financiën op de balans staan. Zelf beschouw ik inwoners altijd als het belangrijkste kapitaal van een stad.”

In de gemeente Den Haag zijn meer projecten die invulling geven aan burgerparticipatie. Platform STAD organiseert op 19 september een sessie waar dieper wordt ingaan op twee andere Haagse participatie projecten, Zon op het Museon en de Haagse fietsvlonders, om lessen te trekken uit de ervaringen die hierbij opgedaan zijn. Deze sessie is onderdeel van het congres Plekken van hoop en verandering waar het gesprek plaats vindt over hoe de kracht van onderop beter tot zijn recht kan komen.

Park[ing] Day Den Haag vindt plaats op vrijdag 20 september 2019. De route loopt door het Oude Centrum: Boekhorststraat, Gedempte Burgwal, Paviljoensgracht en de Bierkade