Mengen van vele functies Scheveningen Haven is lastige puzzel
Werken is net zo belangrijk als wonen, een hoeksteen van onze samenleving. Maar voldoende ruimte voor werk in de stad is geen garantie. Door de krappe woningmarkt en de focus op binnenstedelijke ontwikkeling wordt in Den Haag de beschikbare ruimte voor bedrijvigheid schaarser. Gelukkig gaat veel bedrijvigheid steeds beter samen met wonen of andere functies. Vormen transformaties van werkgebieden een bedreiging voor de bedrijvigheid, of biedt dit juist kansen door functiemenging?
We zoomen met betrokkenen uit het gebied in op Scheveningen Haven tijdens het STADconsult Ruimte voor werk. De haven is een plek waar allang niet meer alleen maar vissersboten binnenkomen. Hier wordt gewerkt aan een bijzonder maritiem ecosysteem met een mix van wonen, werken, recreëren en innoveren. Maar hoe meng je al die functies? En vooral: hoe krijg je alle neuzen dezelfde kant op?
Experts Frank Weijzen (DSO / Gemeente Den Haag) Casper van der Feltz (Economie / Gemeente Den Haag), Irma van Oort (stedenbouwkundige / KCAP), Mark Graafland (architect / Bureau Kroner Architecten) Bernardina Borra (auteur / The Spontaneous City International), Chris Jetten (ontwikkelaar / Vastint Hospitality) en Anne Ophoff (ontwikkelaar / MRP Development) reflecteren in dit STADConsult Ruimte voor Werk: Scheveningen Haven op 10 juni 2021 vanuit hun eigen ervaring in het gebied op de uitdagingen en definiëren vervolgstappen.
Wat voor haven willen we zijn?
Vanaf 2015 is het accent in het hele gebied gelegd op de maritieme-economische betekenis van de haven. Daarvoor werd in de derde haven nog aangestuurd op een gemengd programma met wonen, horeca, retail en leisure. Veel van het niet-wonen programma is daar nu omgezet naar bedrijfsruimte. Frank Weijzen geeft aan dat de gemeente hier graag een maritieme invulling aan geeft. Maar dat de vraag is wat er nog kan, gezien de aanwezigheid van woningen en wet- en regelgeving. Voor de woningen moet de overlast van bedrijven beperkt blijven. Dat zorgt wel voor verwarring en frustratie bij bewoners en ondernemers. “We hebben als gemeente een duidelijke ambitie en daar werken we hard aan, maar het is nog onzeker of deze waargemaakt kan worden.”
In de tweede haven van Scheveningen, aan de Dr Lelykade, is wonen niet overal toegestaan. De ontwikkeling van het project ‘Scheveningse Kaai’ van Vastint combineert daar een hotel met maritieme bedrijvigheid in de plint. Een bijzondere vorm van functiemenging die aansluit bij de ambitie om het maritiem-economisch profiel te versterken. Toch zijn er volgens Chris Jetten bezwaren vanuit bestaande partijen, gericht op de verkeersstructuur en inrichting van de kade. “Het ontwerp voldoet aan de geldende kaders. En met de gemeente zijn we in overleg met de partijen om tot de beste oplossing te komen.”
Proces met hobbels
De basis ingrediënten en hoofdkeuzes voor een onderscheidend maritiem gebied zijn volgens de meeste experts al redelijk geborgd. Maar dat lijkt dus nog geen gezamenlijke toekomstvisie te garanderen, met een hobbelvrije weg daar naartoe. De uitgenodigde vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en bewoners zijn helaas niet aanwezig bij dit STADConsult om hierop te reageren. Zij konden zich niet vinden in de timing van deze reflecterende bijeenkomst, “te vroeg voor het leren van lessen”. Gevoeligheid alom dus. Ook de politiek spreekt zich de afgelopen jaren niet duidelijk uit. Terwijl politieke daadkracht volgens Anne Ophoff (MRP) juist nodig is om de contouren van de kleurplaat te schetsen. De meeste experts vrezen dat dit, met de verkiezingen in zicht, ook niet op korte termijn gaat gebeuren.
Haven Convenant start van integrale gebiedsvisie
Hoewel de gemeente geen grootschalige gebiedsontwikkeling meer in de haven verwacht kan het opgestelde ‘Haven Convenant’ volgens de experts een goed begin zijn van de kaderstelling van een integrale gebiedsvisie. Het biedt handvatten, waardevolle aspecten en randvoorwaarden, met behoud van economische sectoren als primair doel. Onderzoek naar ontwikkelscenario’s tot 2040 en een uitwerking van het beheer en de regie van de alledaagse zaken (bij wie moet ik zijn voor wat) zijn de beschreven en logische volgende stappen om de juiste balans tussen wonen en verschillende type bedrijvigheid te vinden.
Toekomst tastbaar maken
Het is daarbij volgens hen belangrijk om niet alleen een geschreven document te creëren, maar om samen met alle partijen de standpunten en ruimtelijke dilemma’s, uitdagingen en kansen te visualiseren. “Dat helpt om de historische identiteit en een visie voor de toekomst bij elkaar te brengen (‘common imaginaries’)”, aldus Irma van Oort (KCAP). Dat betekent toewerken naar de gezamenlijke creatie van een publieksvriendelijk document waarin de vertrekpunten en gespreksonderwerpen strak worden gekaderd en de karakteristieken, gebruikstypen, sfeer en samenhang tastbaar wordt gemaakt.
Oprichting regiegroep voor sturing, kennis en begeleiding
Dat is volgens Bernardina Borra, auteur van de publicatie ‘Ecoystemen van Werk in de stad’ ook dé perfecte kans voor een succesvol vervolgproces met goed georganiseerde regie. Nadenken over het toekomstbeeld en wat voor type samenwerking en sfeer dat oplevert zou de eerste stap kunnen zijn van een nieuw op te richten regiegroep. Denk aan een neutrale organisatie met stevig financieel en programmatisch mandaat en een juiste afspiegeling van historische en nieuwe spelers uit het gebied (zoals Bureau Marine terrein of NV Zeedijk). Door samen de bevoegdheden te bepalen en communicatie strak te regelen kan er een nieuw type vertrouwen ontstaan. Op de lange termijn zorgt zo’n regiegroep voor de juiste sturing op de verschillende aspecten van bedrijvigheid, de vraag naar ruimte voor werk en het verzilveren van kansen.
Dat is belangrijk, want naast een gedragen en heldere toekomstvisie, mist volgens sommige experts vooral nog de routeplanner om daar te komen. Wat betekent dit voor mijn huidige bedrijfsvoering, hoe ziet dat er volgend jaar uit, en over drie jaar? Een regiegroep of loket met financiële, stedenbouwkundige en juridische kennis kan de betekenis en flexibiliteit van de kaders continu onderzoeken en ondernemers helpen met strategische en praktische vragen. Op die manier kunnen de condities om vanuit de realiteit van vandaag bij te dragen aan het maritieme ecosysteem van de toekomst helder worden gemaakt. Daarmee kan je innovatieve wegbereiders identificeren, professionaliseren en het stimuleert alle bedrijven en partijen om meer te doen dan hun eigen bedrijfsvoering.
Aanbevelingen voor gemengde gebieden:
- Creëer gezamenlijk een toekomstvisie op gebiedsniveau: in Scheveningen kan het Haven Convenant doorvertaald worden naar een gedragen integrale visie.
- Maak die visie tastbaar en publieksvriendelijk. Visualiseer de ruimtelijke dilemma’s, uitdagingen en kansen richting een gemengd gebied.
- Zorg daarbij voor bestuurlijk vastgelegde kaders waarbinnen gezamenlijke ambities kunnen worden gedefinieerd. In Scheveningen Haven zijn veel vertrekpunten al aanwezig. Creëer heldere verwachtingen zodat gezamenlijke ambities en waarden binnen de kaders kunnen worden gedefinieerd.
- Een aantal experts pleit voor de oprichting van een regiegroep met financiële, stedenbouwkundige en juridische kennis. Een organisatie die de kaders uitlegt en ondernemers helpt met strategische en praktische vragen.
- Wissel de kennis en ervaringen regelmatig met elkaar (en anderen) uit zodat lerend vermogen wordt opgebouwd.