Van vier scenario’s naar één Haagse Omgevingsvisie

Hoe richten we de beschikbare ruimte in het toch al volle Den Haag zo optimaal mogelijk in? Zodat toekomstige ontwikkelingen en ruimtelijke claims zo goed mogelijk worden opgevangen, gecombineerd of afgewezen? In dit verslag blikken we terug op het STADatelier ‘Van vier scenario’s naar één Haagse Omgevingsvisie, een praktijktoets’ dat plaatsvond op 23 oktober 2023 in Muzee.

Platform STAD bood in overleg met de gemeente een breed samengestelde groep genodigden de gelegenheid om in een vroeg stadium inbreng te leveren in de vorm van een ‘praktijktoets’ van vier scenario’s die de gemeente Den Haag na veel gesprekken in de stad heeft samengesteld voor de toekomstige Omgevingsvisie. De scenario’s zijn gebaseerd op zes ambities (sociaal, duurzaam, wonen, duurzame mobiliteit, bruisend en gezond en veilig) en worden verwerkt in één voorstel voor de Omgevingsvisie 2050.

De praktijktoets bestond uit het op de kaart zetten van toekomstige thema’s en kansen vanuit de huidige situatie. Vervolgens is besproken hoe logische koppelkansen en conflicterende claims kunnen worden meegenomen om zo de stad opnieuw uit te vinden. De inbreng wordt door de gemeente meegenomen voor een concept omgevingsvisiekaart, welke in 2024 wordt gepresenteerd aan het college en de gemeenteraad. Na akkoord wordt deze vrijgegeven voor inspraak uit de stad.

Demet Voûte, projectleider Omgevingsvisie bij de Gemeente Den Haag, lichtte de scenariokaarten en het proces toe. De scenario’s zijn er om de hoeken van het speelveld te definiëren. Per kaart zijn twee ambities op maximaal, een extreme, gezet. Daarvanuit kan worden gekeken welke elementen er van die ambities in terug moeten komen. Wat mist er bijvoorbeeld, wat gaat er goed?; Wat vraagt om extra afstemming en ontwerpinspanning?; Waar moeten (politieke) keuzes over gemaakt worden?

Scenario 1: Compacte Stad

Het geschetste scenario:

In de Compacte Woonstad staat een (hoog-)stedelijke intensivering centraal op de plekken waar goede ov-verbindingen zijn. Dit gaat zowel over de knooppunten, als de zones langs hoogwaardig openbaar vervoerverbindingen. De Compacte Woonstad draagt nadrukkelijk bij aan regionale metropoolvorming. Dat gebeurt door te investeren in stedelijk en centrum-stedelijk wonen en werken, excellent bereikbaar door de gerealiseerde Schaalsprong OV.

Inbreng van deelnemers:

De stad zoals in dit scenario is geschetst, is compact – maar kan nog compacter: Rondom de ov-knooppunten kunnen hoogstedelijke compacte woningen in hoogbouw komen, waardoor de rest van de stad meer richting de andere drie varianten zich kan ontwikkelen. Het huidige scenario heeft een grote impact op het functioneren van andere delen van Den Haag. Er kunnen geen investeringen in de leefbaarheid van de bestaande stad worden gedaan, waardoor segregatie groeit en de vraag naar maatschappelijke voorzieningen voor grote delen van de stad niet wordt opgelost.

Bereikbaarheid
  • Openbaar vervoer dient voor het verdichten te worden ingepast.
  • Er kan worden geïnvesteerd in schaalsprong ov, met een zwaartepunt van verbindingen welke zich uitwaaiert over de stad. Dit vraagt ook om ov-voorzieningen richting het Westland. Deze mist in het huidige scenario.
  • Het scenario kan werken, het centrum is vanuit een groot deel van de stad binnen 15 minuten bereikbaar met de fiets.
  • Een compacte stad kan een uitdaging brengen voor logistiek voor bedrijven.
  • Bepaalde faciliteiten zoals ziekenhuizen zullen voor de bereikbaarheid zich moeten verplaatsen naar de randen van de stad. 
  • Het autoprobleem verplaatst zich naar de randen van de stad.
Klimaat
  • De kustopgave gaat verder dan alleen Scheveningen.
  • Er is meer nodig om rekening te houden met zeespiegelstijging, enkel de haven sluiten helpt onvoldoende.
Woningbouw
  • Een compacte stad is kostbaar, betaalbare woningen creëren is lastig. 
  • Een compacte stad vraagt om veel sloop-nieuwbouw rondom ov-knooppunten. Er is ook ruimte door spoorzones te bebouwen.
Leefbaarheid
  • Wat trekt het centrum uit de rest van de stad weg? De leefkwaliteit in voorzieningen, cultuur en sociale cohesie in de bestaande stad ontbreken in dit scenario.
  • De compacte stad moet een hotspot zijn waar het leeft, er liggen kansen, ook voor de nacht. Het risico is de vorming van een slaapstad wanneer iedereen in de regio werkt.
  • Welke impact heeft een compacte stad op de identiteit van Den Haag? Is Den Haag er nog als stad, of groeit voornamelijk de segregatie en brengt het scenario eenzijdigheid per product, per doelgroep en plek.

Scenario 2: Meerkernige 15-minutenstad

Het geschetste scenario:

Binnen de Meerkernige 15-minutenstad staan lokale gemeenschappen centraal. De eigen wijk vormt het centrum van het dagelijkse leven van de inwoners van Den Haag. Verdichting komt voor in de hele stad en is, in tegenstelling tot de Compacte Woonstad, niet geconcentreerd binnen een bepaalde zone. De verdichting staat ten dienste van de lokale behoefte, het versterken van de lokale gemeenschap en de sociale cohesie. Oftewel: Bouwen voor de buurt en het versterken van het lokale DNA. De woonkwaliteit staat centraal met veel aandacht voor buurtgroen. Het kleurrijke mozaïek aan buurten en wijken wordt verbonden via een kwalitatief hoogwaardig netwerk voor de fiets en de voetganger. Men kan gebruik maken van fijnmazig openbaar vervoer, passend bij de doelgroepen en specifieke vervoerswensen binnen de buurt of wijk. 

Inbreng van deelnemers:

De meerkernige stad biedt veel kansen in combinatie met de andere scenario’s. Hoe verder de wijken van het centrum vandaan liggen, hoe passender het scenario. Er liggen twee nodige sporen als sturingsfilosofie: 1) Bottom-up initiatieven en zelforganisatie worden gefaciliteerd, met ruimte voor ontmoetingsplekken op wijkniveau en aandacht voor empowerment; 2) Sterke sturing op basissystemen zoals energie, infrastructuur, mobiliteit, maar ook de spreiding van sociale woningbouw voor kwetsbare doelgroepen.

  • De bestaande stad kan de grondtoon zijn, waarbij aandacht voor de huidige stadskern niet hoeft te worden verloren.
  • Er liggen scheidingen en verbindingen. Welke zijn er om te maken en om te behouden?
  • De meerkernige stad kan segregatie in de hand spelen.
  • Buurtidentiteit en het behouden van sociale cohesie zijn belangrijk. Hiervoor zullen kleinschalige voorzieningen aanwezig moeten zijn, zoals groen, sportfaciliteiten en ontmoetingsruimtes.
  • Grootschalige voorzieningen, zoals een ziekenhuis, hoeven niet in elke kern aanwezig te zijn, maar vragen wel om aanrijmogelijkheden en brengen een mobiliteitskwestie met zich mee.
  • In de wijken zal meer werkgelegenheid moeten worden gecreëerd. 
  • Kernen liggen ook aan de randen van de stad, dit geeft veel mogelijkheden, maar vraagt om een visie met buurtgemeentes.
  • Er liggen veel kansen om Den Haag te ontwikkelen als wandel- en fietsstad, met positieve gezondheidseffecten tot gevolg.

Scenario 3: Klimaatbestendige Parkenstad

Het geschetste scenario:

In de Klimaatbestendige Parkenstad staan de landschappelijke kwaliteiten van Den Haag centraal. Een groene en blauwe stad heeft een positief effect op de gezondheid van de inwoners. Ook staan het versterken van natuurwaarden en het vergroten van biodiversiteit hoog op de prioriteitenlijst. Den Haag vergroot haar populariteit door volop te investeren in een leefbare, groene stad. De gemiddelde waarde van het vastgoed stijgt door te investeren in groen en plekken voor water.

Inbreng van deelnemers:

Een groen en blauw toekomstbeeld spreekt tot de verbeelding. Het is een stad waar gezond en veilig kan worden gewoond. Het geeft ruimte voor groene buurthuiskamers, recreatie, een plek waar kinderen kunnen spelen. Naast een fijne woonomgeving kunnen nieuwe waterverbindingen, voor mensen en transport, worden gerealiseerd. Waterberging en hittestress zullen worden integraal opgelost. Maar kunnen wonen, bedrijvigheid en mobiliteit samen oplopen met het groen? En blijven de echte stadsliefhebbers in Den Haag wonen bij een grote toename van water en groen? 

Ruimteclaims
  • De beperkte ruimte vraagt om een expliciete keuze voor groen en blauw
  • Wat wordt het afwegingskader voor concurrerende ruimteclaims?
  • Verdunning met meer groen betekent op andere plekken extreme verdichting.
  • Bestaand groen kan worden getransformeerd. Sportcomplexen nemen bijvoorbeeld veel ruimte in beslag voor een beperkte groep mensen, waar veel verharde parkeerplaatsen zijn en de ruimte omringd is met hekken.
Mobiliteit
  • – Is er ruimte voor de grote woningbehoefte van met name betaalbare woningen?
  • – Scenario vraagt om een andere kijk op mobiliteit (hubs; transforum; minder auto’s, onder de grond)
  • – Wat wordt in zo’n stad het mobiliteitsprincipe? Den Haag is een autostad. Hoe kan dat mee veranderen met dit groene scenario? Zijn de ingetekende hubs wel de juiste manier om dit aan te vliegen? Hoe bereikbaar (letterlijk) zijn de verschillende plekken in de stad?
Een dorp of een stad?
  • Blijft het stedelijke karakter van Den Haag behouden? Waar zit de identiteit van Den Haag straks in?
  • Wat is de relatie tussen de op de kaart iets verdichte wijken (CID, Zuidwest, Mariahoeve) met de relatieve ‘rust’ van de rest van deze groene stad. Hoe gaan deze samen als een geheel functioneren?
  • Hoe zorg je ervoor dat het groen en blauw niet alleen voor ‘happy few’ is, maar ook in de wijken landt die nu het meest versteend zijn (en het dus het meest nodig hebben). Een eerlijke verdeling om de segregatie in ieder geval niet te versterken.
Wij naar de zee of de zee naar ons?
  • De duinen hebben momenteel al een functie als drinkwatervoorziening.
  • Met het verbreden van de duinstrook wordt een eerste aanzet gegeven om “Hollands” de zee in te trekken: Nieuwe eilanden met groen en wonen (zoals in Plan Waterman).
  • De zeespiegelstijging brengt twijfel mee: Heeft het zin als een groot deel van de stad rond 2050 onder water staat?

Scenario 4: Gevarieerde Werkstad

Het geschetste scenario:

In de Gevarieerde Werkstad wordt Den Haag versterkt als werkstad voor haar bevolking en als kernstad voor werkgelegenheid in de regio. Den Haag investeert in een bredere economische basis en versterkt haar positie als kennisstad voor theoretisch opgeleid talent. In de Gevarieerde Werkstad bouwt Den Haag voort op bestaande kracht: De sterke clusters rond bestuur, vrede, recht en veiligheid. Tegelijkertijd verbreedt de economische basis van de stad zich door ruimte te maken voor technologische, ambachtelijke en circulaire maakbedrijven (milieucategorie 1-3) en bouw-, zorg- en maritieme bedrijven.

Inbreng van deelnemers:

Een werkstad biedt niet alleen voldoende ruimte voor werk, maar kan dit de stad ook op de andere scenario’s kansen bieden. Het kan segregatie tegengaan, de straten verlevendigen en met circulaire economie bijdragen aan duurzaamheid. Het huidige Haagse werklandschap zal niet hetzelfde blijven in de toekomst: Hoe kan je voldoende uitgaan van veranderingen in het werk dat er is en zal komen? 

Regio
  • Trek meer samen op met omliggende gemeenten, specifiek met het Westland en de Plasbroekpolder. De Plasbroekpolder is bij uitstek een werkgebied waar nu wonen komt.
  • Zorg voor een snelle verbinding met het Westland, aanvullend op de nieuwe ring rondom Den Haag. Hou rekening met afwijkende werktijden en de afwezigheid van ov in de vroege ochtend.
  • Plan ruimtelijke combinaties van een diverse woon- en werk aanbod waarbij werknemers niet te ver hoeven te reizen. Dit dringt het aantal vervoersbewegingen in de volle stad terug en maakt voor groepen bij wie de drempel tot werk hoog ligt, lager.
24/7
  • Geef voldoende aandacht aan 24/7 werkgevers. Denk aan de toenemende zorg wegens vergrijzing en de ruimtelijke consequenties daarvan voor bijvoorbeeld logistiek, ov, parkeren, doorstroming verkeer, etc.
  • Goed openbaar vervoer (ook in de nacht) is noodzakelijk voor een gevarieerde werkstad (24/7 economie). OV-verbindingen zijn essentieel.
Plaatsing van werk
  • Maak slimmer gebruik van schaalgrootte en het vormen van ketens ten behoeve van (potentiële) bedrijvigheid rondom plekken waar veel ‘stromen’ doorheen gaan: Wanneer een wasserette voor grote hoeveelheden linnen nabij een ziekenhuis staat, houd dit praktisch geschoolde arbeid in de buurt in stand en kunnen grote hoeveelheden warmte die vrijkomen worden hergebruikt in het ziekenhuis.
  • Er is grote behoefte aan betaalbare werkruimte, bijvoorbeeld voor start-ups. Dit zal ruimtelijk moeten worden geprogrammeerd en geclusterd.
  • Veel bedrijfspanden op zowel bedrijventerreinen als in de stad worden momenteel overgenomen door logistieke bedrijven. Stuur op het juist plaatsen van bedrijvigheid en voorkom zo te veel lokale dark stores en verlies van ruimte op bedrijventerreinen aan logistiek, onder andere wegens milieucirkels.
  • Geef galeries, dansscholen en andere ruimtebehoeftigen die niet op bedrijventerreinen hoeven een plek in winkelstraten.
Veranderend werklandschap
  • Zal in 2050 nog dezelfde nadruk nodig zijn op bestaande bedrijventerreinen, of verandert het werklandschap dusdanig dat er van een ander werkscenario uit zal moeten worden gegaan? Bijvoorbeeld door circulaire ontwikkelingen en 3d printen.
  • Groen is een economische motor. Een slimme ruimtelijke indeling kan de economische kracht van o.a. groenvoorziening, groenbeheer en stadslandbouw faciliteren.
  • Groen draagt bij aan immateriële waarden als welbevinden en leefbaarheid. Dat drukt kosten voor volksgezondheid 
  • Toerisme is een belangrijk onderdeel van de Haagse economie, maar kan ook negatieve ontwikkelingen met zich meebrengen. Stuur deze economie met zorg om te veel lokale druk en overlast te voorkomen.
  • Zorg voor passend woningaanbod, waaronder sociale huur, bij de groei van bepaalde sectoren.

 

Foto’s: Maurits van Hout