Iris Thewessen
juryvoorzitter
“Goed ontworpen openbare ruimte zorgt voor interactie en ontmoeting tussen verschillende bewoners van de stad en geeft ruimte aan spontaan gebruik en goede verblijfskwaliteit voor zowel mens als natuur.”
Iris werkt sinds 2016 voor het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs en is tevens plaatsvervangend hoofd van het Atelier Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs. Zij bewaakt in deze functie de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit bij transformaties van rijksgebouwen maar ook bij grootschalige binnenstedelijke transformatie- en nieuwbouwprojecten zoals actueel de herontwikkeling van het Marineterrein in Amsterdam. Eerder was zij binnen het Atelier Rijksbouwmeester betrokken bij de ontwikkeling van het Wijnhavenkwartier in Den Haag en als architect/stedenbouwkundige bij Jo Coenen bij de herontwikkeling van de ministeries Justitie en Binnenlandse Zaken.
Binnen het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs bedenkt Iris ook oplossingen voor verschillende maatschappelijk en ruimtelijk urgente problemen. Zij initieerde bijvoorbeeld het project “Skills in de Stad” in Maastricht en Leeuwarden, waarin jongeren in leegstaand publiek vastgoed worden gehuisvest en begeleid.
Iris is sinds 2016 tevens stedenbouwkundig lid van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit van de Gemeente Delft en ook supervisor van het gebied Nieuw Delft samen met Jaap van den Bout. Ook is Iris al meerdere keren jurylid en juryvoorzitter geweest. Ze was onder andere jurylid voor de RAP 2019 en 2021 en juryvoorzitter voor de nieuwbouw ECHO TU Delft 2017-2018 en de renovatie Technische Natuurwetenschappen TNW Mekelpark TU Delft 2015.
Iris fietst elke week door Den Haag naar haar werk. Zij studeerde Architectuur en Landschap aan de TU Delft.
Platform STAD ging in gesprek met Iris om meer te weten te komen over haar perspectief op de openbare ruimte en over haar relatie met de stad Den Haag.
Wat vind jij de belangrijkste thema’s betreffende een goede openbare ruimte? En wat vind jij een geslaagde openbare ruimte? En waarom?
Ik vind drie thema’s belangrijk. Het eerste is inclusiviteit. Openbare ruimte moet het comfort bieden dat verschillende bevolkingsgroepen elkaar kunnen ontmoeten. Ik vind ook dat niet alle functies of vormen van gebruik vooraf al bepaald moeten zijn, je moet je de inrichting en het gebruik ook kunnen toe-eigenen.
Dan speelt in het ontwerp en inrichting van publieke ruimte de overgang tussen privé en openbaar een belangrijke rol, vooral in Den Haag met zoveel regeringsgebouwen, internationale instellingen en rijksgebouwen. Ik heb tijdens mijn werk veel te maken (gehad) met het integreren van veiligheidsmaatregelen in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld bij de Internationale Zone en diverse rijksgebouwen zoals oa het Binnenhof en nu ook weer bij het Marineterrein in Amsterdam. Dat vraagt een zorgvuldig ontwerp waarbij groen een heel belangrijke rol kan spelen. Beveiliging mag niet te dominant aanwezig zijn in openbare ruimte. Bij het Marineterrein gaan we de beveiliging voor de nieuwe kazerne als golvend landschap vormgegeven. En ook in Den Haag bij Eurojust is hiervoor een mooi duinlandschap gecreëerd.
Als derde vind ik wederkerigheid belangrijk, een begrip dat onze huidige Rijksbouwmeester Francesco Veenstra vaak noemt. Je vraagt van gemeenschappen en van de natuur soms veel door te bouwen, dus je moet ook iets terug kunnen geven. Ik vind daarbij het principe Water en bodem sturend wezenlijk. Die wederkerigheid, een uitgebalanceerde wisselwerking tussen natuur en mens is onmisbaar. Maar je ziet het principe van wederkerigheid ook tussen gebouw en openbare ruimte. Gebouwen en openbare ruimte dienen samen te werken. Daarmee zeg ik ook dat met name een goede samenwerking tussen landschapsarchitect en architect essentieel is.
Een geslaagde openbare ruimte vind ik de boulevards van Cadzand, Scheveningen en Katwijk. Hier is telkens voor een brede doelgroep ontworpen. De boulevards zijn toegankelijk voor alle leeftijdsgroepen en voor mindervaliden. Rolstoelen, kinderwagens, maar ook skaters zijn welkom. Bovendien is er veel ruimte gemaakt voor groen. De auto was op die boulevards erg dominant. Dit is ingeperkt, het langzame verkeer voert nu de boventoon.
En als ik nog een buitenlands voorbeeld mag noemen, noem ik het park Jardin del Turia in Valencia met de gebouwen van Calatrava. Het is een oude rivierbedding die helemaal is vergroend en nu als een groene ader door een vrij versteende stad loopt. Het is al een wat ouder voorbeeld maar ik vind het prachtig gedaan: de uitwerking, de materialen, de functies die zijn toegevoegd. Je kan er van alles doen, sporten, spelen, voetballen, en er vinden culturele evenementen plaats. Het is voor alle bewoners van de stad een plek van rust, water en groen.
Wat is jouw relatie met Den Haag?
Ik werk al heel lang in Den Haag, eerst in de buurt van de Paleistuin op het Noordeinde. Dit vind ik een prachtige stille plek midden in de stad. Nu zit ik op het Korte Voorhout 7. Ik fiets vaak naar mijn werk vanuit Delft en kom dan door heel verschillende buurten van Den Haag, die telkens een eigen wereld op zich zijn.
Een aandachtspunt vind ik de omgeving rond het Centraal Station. De Koekamp en het Haagse bos zijn natuurlijk prachtig, maar het gebied rond Den Haag Centraal is best ingewikkeld. De auto is daar nog erg dominant en het gebied is erg versteend. Dit is wel begrijpelijk, de A12 eindigt er, maar er komt wel heel veel samen. Het is nu ook nog een grote bouwplaats en dat blijft nog wel even zo. Ik heb de grote wens, dat het groen vanuit de Koekamp en het Haagse bos meer de stad ingetrokken wordt, en de auto een minder dominante rol krijgt in dit gebied, zodat het ook echt verblijfskwaliteiten krijgt.
Door kwesties rondom beveiliging zijn sommige openbare binnenhoven slecht toegankelijk. We hebben op mijn werkplek bijvoorbeeld wel mooie gekleurde hekken die toegang bieden tot de binnenhof van het gebouw, maar de argeloze voorbijganger durft er eigenlijk niet naar binnen en ziet deze openbare binnenruimte niet als ruimte voor zichzelf. Dat is jammer en moet beter, want verstilde ruimtes in een drukke stad, zoals ook de hofjes van vroeger, zijn zulke prachtige plekken, waar je even tot rust kunt komen.
Hoe onderscheidt Den Haag zich van andere steden? Waar zou de nadruk moeten komen te liggen in de openbare ruimtes in Den Haag als het aan jou ligt?
Den Haag is wel de stad met de twee gezichten, het onderscheid tussen zand en veen. De openbare ruimte zou naar mijn mening nog beter de verbinding kunnen maken tussen de verschillende wijken. Het groen en de mooie lange lanen liggen nu meestal in de rijke wijken en op zandgrond. Het liefst zie ik dat dit groen en de statigheid wordt doorgetrokken en doorsijpelt naar de versteende wijken zoals Laak of Transvaal.
Een belangrijke opgave vind ik het vergroenen en verduurzamen van de openbare ruimte en het downsizen van het autogebruik. Denk eens het Bernhardviaduct en het Schenkviaduct weg. Beperk daar het verkeer en je kan een prachtige ruimte inrichten met vergroening en water voor voetgangers en fietsers.
Er worden nu ook veel woontorens in Den Haag gebouwd, met name in de Binckhorst. Het is wezenlijk dat hier meteen aan het groen en de Haagse traditie van de lange lijnen wordt gedacht. De lange lijnen naar de kust bieden zo veel potentie!
We komen uit een tijd waarin stedenbouw is veronachtzaamd, mag ik dat zo zeggen? Terwijl juist stedenbouw zo belangrijk is voor een stad. Ik denk steeds aan de zin: “Slechte stedenbouw is moeilijk te herstellen, terwijl slechte architectuur makkelijk is te vervangen.” Hier ben ik het helemaal mee eens. Stedenbouw moet een robuust raamwerk bieden voor gebouwen, en dan bedoel ik niet een vastgetimmerde masterplan, maar een robuust raamwerk, waarin je toch nog flexibiliteit hebt.
Als je Den Haag zou mogen vergelijken met een boek, een film of een kunstwerk of muziek, wat zou dat dan zijn?
Ik schilder graag in mijn vrije tijd. Daarom kies ik voor een kunstwerk van Gerhard Richter, het zijn abstracte, frivole en kleurrijke schilderijen met lijnen en vlakken met een mooie gelaagdheid. Het spel met lijnen en vlaktes zie ik terug in de plattegrond van Den Haag.