Haagse hoogbouw: hoogtevrees of keuzestress?
Hoogbouw heeft in het verleden nog al eens voor flinke discussie gezorgd in Den Haag. De belangstelling onder ontwerpers, marktpartijen en bewoners was dan ook groot voor het STAD gesprek Haagse hoogbouw: Eyeline & Skyline, dat Platform STAD organiseerde op 31 augustus 2017. Welke keuzes moet Den Haag maken in de nieuwe visie op hoogbouw?
Lange tijd was Den Haag een stad zonder hoge bebouwing. Toen de eerste plannen voor hoge torens in het centrum verschenen liepen de gemoederen hoog op, hoogbouw zou niet zichtbaar mogen zijn vanaf het Binnenhof. Inmiddels is de hoogbouw onderdeel van de Haagse identiteit geworden, betoogt Jeroen Geurst (Geurst & Schulze architecten). Als Ron Fresen in het NOS journaal het politieke nieuws bespreekt, is op de achtergrond niet meer het Binnenhof te zien, maar de skyline van Den Haag. Eric Vreedenburgh (Archipel ontwerpers) is zelfs van mening dat het Plein een prettiger ruimte is geworden nu de hoogbouw achter de rand bebouwing voor een meer intiem karakter zorgt.
Waar komt hoogbouw?
Van felle betogen tegen hoogbouw was tijdens dit STAD gesprek geen sprake. Experts uit Rotterdam en Amsterdam merkten op dat er door zowel Haagse sprekers als deelnemers erg voorzichtig over hoogbouw werd gesproken. Den Haag doet dan ook niet mee aan de wedstrijd welke stad het hoogste gebouw van Nederland heeft. Wethouder Joris Wijsmuller (Stadsontwikkeling, Wonen, Duurzaamheid en Cultuur) heeft geen behoefte om met hoogbouw iconen zijn stempel op de stad te drukken. ‘Beleving op straat en kwaliteit staan voorop,’ zegt Wijsmuller. Hoogbouw is geen doel op zich, maar een van de middelen om de stad te verdichten en kwaliteit toe te voegen.
Hoewel men ook pleit voor alternatieven, wordt hoogbouw in de binnenstad in de omgeving van de bestaande torens geaccepteerd. Ook gaan veel handen in de zaal omhoog voor hoogbouw bij OV knooppunten. Hoogbouw langs de kust roept wel meteen reuring op in de zaal.
Den Haag dient volgens experts solitaire hoogbouw (zoals flats in het groen) te vermijden. Maak hoogbouw onderdeel van het bouwblok. Dit zorgt voor een hogere dichtheid, een stedelijke laag met straten en pleinen en er is meer ruimte om parkeren en bergingen in te passen.
Voor wie bouw je?
Wonen in de skyline wordt steeds populairder. ‘De Homo Hoogbouw is hip’, zegt Dorte Kristensen (Atelier PRO). ‘Maar mensen moeten wel in woontorens willen wonen. Als ze geen andere keuze hebben, is hoogbouw een recept voor verloedering’. Ook voor gezinnen is hoogbouw vooralsnog niet de meest voor de hand liggende woonvorm. Hoog bouwen is zo’n 30 procent duurder dan appartementen bouwen in een bouwblok. Hoge woontorens bestaan daardoor vaker uit dure appartementen dan sociale woningen. Al is een mix van woningtypen wel degelijk mogelijk. Volgens Hans Kollhoff (Kollhoff Architekten) die de torens voor de ministeries van Justitie en BZK ontwierp, moet Den Haag hoogbouw dan ook niet zien als de belangrijkste oplossing voor de huidige grote behoefte aan woningen.
Bouw is al in volle gang
De gemeente Den Haag werkt aan een nieuwe hoogbouwvisie: Eyeline & Skyline. Een visie is hoognodig want plannen voor woontorens op de Grotiusplaats (MVRDV) zijn al in vergevorderd stadium, eind 2017 wordt gestart met de bouw van de Hoge Regentesse (HD Architectuur) aan de Loosduinsekade en Monarch III in het Beatrixkwartier (Powerhouse Company) is al in aanbouw. Jeroen Geurst toont een kaart met voorstellen voor nieuwe hoge gebouwen. Deze liggen lang niet alleen in het centrum, bij OV knooppunten of in de Binckhorst, maar verspreid door de hele stad. ‘Hoogbouw komt altijd op plekken waar je het niet verwacht,’ zei Donald Lambert ooit. Vooralsnog zullen echter in de visie geen locaties worden benoemd. Een gemiste kans volgens velen in de zaal.
‘Let op wind, plint en zon’
Er blijkt vooral behoefte aan een heldere visie op de kwaliteit van hoogbouw in Den Haag. ‘Liever 5 harde randvoorwaarden waar sterk op gestuurd wordt, dan 50 mooie ambities die een zachte status hebben,’ vindt Marlies de Nijs (gemeente Utrecht en auteur van High-rise op ooghoogte).
Met harde eisen op gebied van ‘wind, plint en zon’ wordt voorkomen dat hoogbouw hinder oplevert. De invulling van de plint (beleving op ooghoogte) moet voor een levendige omgeving zorgen. Dus geen bevoorrading, parkeergarages en bergingen aan de straat. ‘Leg die randvoorwaarden ook hard vast’ bepleit Ton Schaap (gemeente Amsterdam). Gevolgen voor windhinder moeten in een heel vroeg stadium worden getoetst, zodat het plan nog aangepast kan worden. Pleinen, terrassen en winkelstraten moeten voldoende zon krijgen. De gemeente kan sunspots aanwijzen.
Al met al werd voor een goede hoogbouwvisie het maken van keuzes en het vaststellen van kwaliteitseisen het meest bepleit. En vervolgens zouden plannen afgekeurd moeten worden als ze niet aan de eisen voldoen. Geen gemakkelijke opgave, maar wel nodig voor de stad.
De hoogbouwvisie van de gemeente zal naar verwachting eind oktober 2017 openbaar worden.
Platform STAD ging op 31 augustus 2017 onder leiding van Jooske Baris in gesprek met Jeroen Geurst (Geurst & Schulze architecten), Ruurd Gietema (KCAP Architects & Planners), Hans Kollhoff (Kollhoff Architekten), Dorte Kristensen (Atelier PRO), Rob van Kalmthout (Heijmans), Eric Vreedenburgh (Archipelontwerpers), Ben Kuipers (Landschapsarchitect), Emiel Arends (gemeente Rotterdam), Marlies de Nijs (gemeente Utrecht), Erik Pasveer (gemeente Den Haag), Ton Schaap (gemeente Amsterdam) Joris Wijsmuller (wethouder gemeente Den Haag, Stadsontwikkeling, Wonen, Duurzaamheid en Cultuur).
Foto’s debat: Renske Derkx