Een hofwijk in de hofstad
De wijk Kortenbos in het stadsdeel Centrum is een zeer gemengd en sterk verdicht gebied. Met onder andere de Z.H.B.-hoven, een groot klooster, een klein theater (de locatie van deze schouw), een park, een aantal flatgebouwen van acht en dertien verdiepingen en diverse voorzieningen. Ook het HMC Westeinde ziekenhuis ligt in de wijk. Er zijn veel verschillende woningen, hoog en laagbouw. Wat kan je met zo’n divers gebied? Hoe is de aansluiting van gebouwen op de buitenruimte? Wat blijkt er van de idealen voor de wijk in de praktijk wel of juist niet te werken? In de STADschouw formuleren deelnemers samen met deskundige live-recensenten op locatie antwoorden op deze vragen. Enkele aanbevelingen die naar voren kwamen, waren: Maak een openbare ruimteplan om de hovenstructuur te versterken, zorg voor een beter gevoel van eigenaarschap en creëer meer binnenstedelijke kwaliteit.

Randje Westland toen, randje centrum nu
Kortenbos kent een rijke geschiedenis. Ze transformeerde van landelijke buitenwijk naar een druk bewoond, bedrijvig en bekrot gebied, tot de wijk die het nu is. Judith van Hoogdalem was jarenlang betrokken bij monumentenzorg en welstand binnen de gemeente Den Haag. Samen met Botine Koopmans, schreef ze het boek “Post 65, een turbulente tijd: architectuur en stedenbouw Den Haag, 1965-1995” (2023). In haar inleiding van de schouw blikt ze terug op de ontwikkeling van Kortenbos. Wat is er sinds die tijd allemaal gebeurd? Waarom ziet het eruit zoals het er nu uitziet?
Het Binnenhof vormde eeuwenlang het kloppende hart van de stad en Den Haag heeft zich hier rondom ontwikkeld. De route naar Loosduinen liep via het Westeinde, destijds de westelijke grens van Den Haag. Kortenbos bleef lange tijd een rustig en landelijk gebied. De aanleg van de Prinsegracht in 1643 moest een prestigieuze ontwikkeling worden, maar deze stagneerde. De centrumzijde van het Westeinde was een chique omgeving, met panden zoals het Huis van Assendelft (het huidige Spaanse Hof). Maar de lage kant van het Westeinde hield een rustig karakter.
Kortenbos 1754, Collectie Haags Gemeentearchief. De straat van de linkerzijde naar de rechterzijde is het Westeinde. De bovenste molen is waar de straat nu nog ‘Bij de Westermolens’ heet, de onderste is aan de huidige Lijnbaan.
Rond 1877 begint dit te veranderen. Veel lege gronden worden opgekocht en er ontstaan steeds meer hofjes in Kortenbos. De binnenterreinen hoefden namelijk niet aan wet- en regelgeving te voldoen. De wijk groeide explosief en kende een hoge bevolkingsdichtheid en veel armoede, met grote gezinnen in kleine woningen. In 1912 werd de Torenstraat verbreed, een van de eerste verkeersdoorbraken. En ook vanwege de vele sloppen werd het gebied gesaneerd.
Na de Tweede Wereldoorlog stond de stad in het teken van modernisering en cityvorming. Oorspronkelijk was het plan om een zakelijk centrum te creëren, waarbij veel woningen moesten wijken voor verkeersdoorbraken. Maar de geplande ringweg bleef onafgemaakt en er ontstonden braakliggende terreinen. Het eerste grote project in Kortenbos was de Sirtemastraat, wat paste in de toenmalige denkwijze van grootschalig bouwen. En in 1974 verliet de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij de wijk, nadat het lange tijd bepalend was voor het gebied met een komen en gaan van wagens en bootverkeer om de grondstoffen en producten te vervoeren. De fabriek werd gesloopt voor sociale woningbouw. De grootschalige stadsvernieuwing was begonnen. Deze periode heeft het aanzicht en de structuur van de wijk ingrijpend veranderd.

Er ontstond een mix van oud en nieuw in de wijk. Naast de hoge flatgebouwen op de Sirtemastraat, ontwierp Henk Klunder de ZHB hoven. Daarmee probeerde hij aan te sluiten bij het oorspronkelijke stratenpatroon. En architectenbureau INBO introduceerde in het stadsproject Splinters ontwerpen geïnspireerd door Haagse portiekwoningen uit de jaren ’30, ook omdat sommige stukken bleven staan. Ook het aanzicht van de Lijnbaan veranderde in korte tijd, onder andere door het Westeinde ziekenhuis dat in de wijk verscheen. Het naastgelegen Hofje van Nieuwkoop overleefde de stadsvernieuwing. Het wijkpark ontstond op een locatie die oorspronkelijk was bedoeld voor een verkeersdoorbraak.
Kortenbos in anderhalf uur ervaren
Na de inleiding door Judith kregen de deelnemers de mogelijkheid om Kortenbos zelf te ervaren door te wandelen en met ervaringsdeskundigen in gesprek te gaan. Daarbij konden ze langs bij buurthuis de Kronkel waar Tamah Manneveld, opbouwmedewerker WijkZ en Mario Fruianu, voorzitter Wijkorganisatie, hun ervaringen deelden over het samenleven in de wijk.

Bij ZHB hoven gingen deelnemers in gesprek over de fysieke aanpak van de hoven met Klaas Waarheid, Van Schagen Architecten, Willem Grift, Projectleider Nieuwbouw / renovatie Staedion, Rashied Azizahamad, Begeleider bewoners Staedion.

Aansluitend gaven Tess Broekmans (Urhahn, hoogleraar Urban Design TU Delft) en Joren van Dijk (De Omgevingspsycholoog) een recensie van het gebied.
Met liefde gemaakt
Tess Broekmans schetst een beeld van Kortenbos als een eclectische mix van tijdslagen, waarin de idealen van vroegere stadsplanners nog steeds zichtbaar zijn. Ondanks bijvoorbeeld de grootte van de flats op de Sirtemastraat, wijst ze naar allerlei details: De entrees, brievenbussen, trapjes, daar is met liefde gebouwd. Maar er gaan ook dingen mis, zoals een fietsenberging die een spelonk vormt. Het parkeren domineert de straat, zodat een speeltuin eigenlijk gewoon een parkeerplaats is.



Beelden: Ontwikkeling van entrees en bouwtypologieën Jaren 60 – 70 – 80, Kortenbos, Tess Broekmans
De hovenstructuur biedt geborgenheid en is er uit alle tijdslagen: historisch, jaren 70, jaren 90. De straat wordt toegeëigend door gebreide mutsen voor de parkeerpaaltjes, zo kan een straat ook voelen als een hof. Gekke tussenruimtes in de wijk inspireren Tess, met een andere inrichting kunnen ze erg fijn zijn om aan te wonen. Er liggen veel kansen in deze buurt als je denkt vanuit de openbare ruimte in plaats vanuit de gebouwen. De nieuwe hoven liggen voor het oprapen als wat ruimte wordt gemaakt voor spelen, groen, ontmoeten. Haar suggestie is om een openbare ruimteplan te maken. Kan je de hovenstructuur terugkrijgen en daarmee een lift geven aan woon- en leefkwaliteit?


Beelden: Huidige hovenstructuur en mogelijk toekomstscenario, Tess Broekmans

Psychologie van de openbare ruimte
Omgevingspsycholoog Joren van Dijk vertelt dat in zijn vak het gaat om de interactie tussen (het welzijn van) mensen en hun omgeving. Mensen zijn op zoek naar een fit tussen hun behoefte en wat de ruimte biedt.

Volgens cijfers van het RIVM gaat het in Kortenbos vrij gemiddeld op lichamelijke gezondheid. Bewoners bewegen at meer dan gemiddeld in vergelijking met de rest van Den Haag en Nederland en er is een lager percentage aan overgewicht. Anderzijds ervaren bewoners hun psychische gezondheid minder goed. Er wordt bijvoorbeeld relatief meer gerookt en meer gedronken dan in andere wijken. Joren noemt drie aspecten waarmee psychische gezondheid kan worden beïnvloed binnen de stedelijke ontwikkeling: sociale interactie, persoonlijke controle en ontspanning door zicht op natuur. Zo wijst hij op blinde gevels en gesloten gordijnen. Deze versterken het gevoel van isolatie. Sociale interactie en controle zijn erdoor niet mogelijk en dit beïnvloedt veiligheidsgevoelens nadelig. Dat geldt ook voor hoekjes waarvan je niet kan zien wat erachter zit. “Ook al is er niemand, je kan het niet goed zien.”

Joren ziet in de hofjes een aantal ontwerpfouten: onduidelijke eigendomsgrenzen en het gebrek aan zitplekken dragen bij aan anonimiteit en vervreemding. Om dit te verbeteren, moet volgens Joren de overgang tussen publiek en privé geleidelijker worden gemaakt. Hij refereert daarbij aan de privacy gradiënt. Daarbij kunnen mensen met hun positie in de ruimte kiezen voor meer afzondering, of juist voor het opzoeken van mensen. “Je wilt het liefst daar geen onderbrekingen in,” legt Joren uit.
Een groter gevoel van veiligheid en sociale cohesie kan ontstaan wanneer buurtbewoners de openbare ruimte deels toe-eigenen. Momenteel is het eigenaarschap van de ruimte in de wijk echter niet altijd duidelijk. Bij de ingang van de ZHB-hoven, wordt de suggestie gewekt dat het terrein van bewoners is. Maar de hofjes zijn voor iedereen toegankelijk. Dit is een dubbelzinnige boodschap en roept bij Joren allerlei vragen op: Van wie is deze ruimte? Wie voelt zich eigenaar?

In een deel van de wijk zijn er veel woningen met weinig mogelijkheden om direct buiten te gaan zitten. Joren licht toe dat ook dat het liefst een soepele lijn is. De privacy gradiënt begint bij de voordeur, maar wordt vrijwel direct onderbroken met de publiek toegankelijke hofjes. Dit verlaagt de kans dat juist bewoners gebruik van de ruimte maken. Eigenaarschap van de ruimte is belangrijk en draagt bij aan sociale interactie en persoonlijke controle. “Je zou eigenlijk willen dat bewoners meer mogelijkheden hebben tot eigenaarschap van de hofjes,” ligt Joren toe. Waar in de ene straat wel spullen voor de deur staan en geveltuintjes zijn aangelegd, ontbreekt dit op andere plekken. Hij snapt de geplaatste hekken bij ZHB-hoven ook goed, omdat het afbakent van en voor wie de ruimte is. Bewoners krijgen de sleutel ervan. Joren ziet idealiter dat de schuttingen worden weggehaald en er wordt geïnvesteerd in zachtere barrières. Dit stimuleert het gebruik van de binnentuinen.

Joren geeft een aantal aanbevelingen voor de infrastructuur om de wijk prettiger te maken: richt de ruimte tussen ZHB-hoven en de Sirtemaflats anders in en maak het daarmee minder grootschalig en minder gericht op verkeer, plaats bankjes niet met de rug naar verkeersstromen en beperk het aantal vluchtwegen in de wijk. Joren is over het algemeen heel positief over de wijk door de rust en hoeveelheid groen. Hij ziet ook een heleboel kansen liggen.
Een stad in balans
Richard Koek, adviseur Stedenbouw gemeente Den Haag, sluit de schouw af met een schets van de uitdagingen en kansen voor het toekomstige Kortenbos. Hoe kan deze wijk, ooit een plek van grootschalige sloop en wederopbouw, meer binnenstedelijke kwaliteit krijgen? Een integraal buitenruimteplan zou volgens hem de verbinding tussen wonen, groen en infrastructuur kunnen verbeteren. De aanpak kan variëren van extra woningen toevoegen, parkeergebouwen in plaats van parkeren op de straat, en het vergroenen van straten en hofjes. Tegelijkertijd stelt hij de vraag: Is het wijkpark niet te groot voor de binnenstad? Ook reflecteert hij op de recent opnieuw ingerichte Noordwal. Deze laat zien dat goede bedoelingen soms niet de gewenste uitwerking hebben: het fietspad ligt aan de verkeerde kant, en langs de kade is lastig te lopen. Hier liggen kansen voor verbetering.
Uit het STADgesprek haalt Richard hoe belangrijk overgangen en gradaties zijn. Die grenzen tussen openbaar en privé zijn momenteel soms “snoeihard.” De wijk heeft zich altijd aangepast aan de behoeften van haar bewoners en de eisen van de tijd. Twintig jaar terug was er veel leegstand aan het Westeinde. Nu heeft het veel leven gekregen. Door lage huurprijzen ten opzichte van het winkelgebied, is er voor ondernemers meer te proberen. Richard hoopt dat de komende 15 tot 20 jaar opnieuw een transformatie brengt die het gevoel van binnenstad versterkt, zonder het karakter van de wijk te verliezen.
Inbreng deelnemers
Er worden naderhand op de kaart van een deel van Kortenbos diverse suggesties gedaan door deelnemers aan de STADschouw: vergroen of verzacht de kleur in de wijk middels aanpassing van gevels en toevoeging van tuinen; benut het parkeerterrein van HMC-Westeinde beter; overweeg het Trafohuis te transformeren tot woningen; verminder de gehorigheid en geluidsoverlast in de wijk; verbeter de doorloopbaarheid, voornamelijk tussen de Noordwal en het Westeinde. Over de aanwezige hekken zijn de meningen verdeeld: overwegend veel of juist ‘prima.’ Ook wordt het idee gegeven de ruimte Bij de Westermolens te verbeteren tot een ‘gouden randje’ van Kortenbos. Er worden ook een aantal pluspunten genoemd, zoals de bewoonbaarheid en beeldkwaliteit van de wijk.

Foto’s (tenzij anders vermeld): Marsel Loermans